donderdag 17 september 2009

Verhuisbericht

Ik wil al mijn trouwe lezers even laten weten dat ik met ingang van morgen op een nieuwe, eh, dinges, een nieuwe blog of zo... dat ik daar dus voortaan op aan het bloggen ben. Of zoiets. Dit geldt ook voor de minder trouwe lezers, en voor trouweloze lezers, en getrouwde lezers. Pardon, dat moet lezeressen zijn.

Een nieuwe blogdinges dus. Daar kun je automatisch op terecht komen via de elektronische Univers. En dan mijn, eh, ikoontje aanklikken. Of foto. Of iets anders waarvan je denkt dat het met mij te maken heeft.

Voor mensen die op grond van religieuze of levensbeschouwelijke argumenten, of wegens tijdsgebrek, Univers niet lezen bestaat er ook een rechtstreekse weg. Daar komt-ie:

http://broersblogt.wordpress.com/

Ik herhaal voor alle duidelijkheid:

http://broersblogt.wordpress.com/

Ik hoop jullie daar te mogen begroeten.

Als ik er zelf tenminste ook geraak...

maandag 14 september 2009

Over smaak valt te twisten

Grublit is afgelopen. De Week van het Absurde is voorbij. Hoewel... Gisteren is in Tilburg het festival “Incubate” begonnen, dat een volle week moet gaan duren. Hoogtepunt van deze week zal ongetwijfeld de zaterdag zijn, aangezien op die dag de beroemde Oostenrijkse kunstenmaker Hermann Niets een performance zal verzorgen. Deze performance (het woord alleen doet mij al huiveren) bestaat in het plaatsen van een met bloed besmeurde, naakte vrouw onder een opengereten varken. Hij doet dit soort dingen wel vaker: mensen insmeren met bloed van dode dieren, of hen bedekken met de ingewanden daarvan, of dierenlijken kruisigen. Het zal allemaal wel iets te betekenen hebben. Mij ontgaat wat dat dan wel mag zijn, maar dat is wel vaker het geval.

Zowel het Comité Dierennoodhulp als de Stichting Rechten Voor Al Wat Leeft heeft intussen aangifte tegen de kunstenmaker gedaan, alsook tegen de gemeente Tilburg en de festivalleiding. De organisaties vinden het optreden van de Oostenrijker absoluut niet kunnen. Gelijk hebben ze. Zelf snap ik ook niet waarom die vrouw nou weer per sé naakt moet zijn. Zou er geen compromis mogelijk zijn, denk ik dan, zodat de voorstelling in een wat aangepaste vorm door kan gaan? Bijvoorbeeld een met bloed besmeurd, naakt varken onder een opengereten vrouw... Maar dat zal wel weer geen genade vinden in de ogen van de Stichting Rechten van het Mens. Misschien dan een naakt vrouwelijk varken onder een opengereten Oostenrijkse kunstenaar? Dit lijkt me een aardige oplossing, maar de kans blijft natuurlijk bestaan dat er verzet komt van allochtoonse zijde omdat een varken geen rein dier is. Bovendien is het verschil met degene die erboven hangt in dit geval niet voor iedereen even duidelijk. Ook wat reinheid betreft niet.

En intussen vraag ik me af, of Tilburg wellicht aan Oirschot haar primeur wil ontnemen. In dat dorp gaat namelijk volgende week maandag de “Week van de Smaak” van start. En nu wil het mij voorkomen dat Tilburg met dat Incubate-festival snel haar eigen Week van de Smaak heeft geïntroduceerd. Ook slechte smaak is immers smaak.

Benieuwd wat we vanavond eten...

donderdag 10 september 2009

Alleen rond de wereld

He gatver, ben ik net lekker door de nieuwe Univers aan het bladeren, die van papier dus, vandaag verschenen, het is nog wel even wennen aan die nieuwe lay-out, en aan die Engelstalige pagina’s midden in het blad, en waarom schrijven er eigenlijk geen studenten in deze universiteitskrant... Maar goed, ik ben dus aan het bladeren in de Univers, kom ik daar ook al een berichtje over die Laura tegen. Dat dertienjarige meisje dat in haar eentje om de wereld wil gaan zeilen. De afgelopen tijd kwam ik haar ontevreden gezicht geregeld tegen in de krant, op de teevee en zelfs op de radio. Kan dat dan zomaar, zo’n reis rond de wereld? Hoe zit het dan met school? Huiswerk per flessenpost?

Gelukkig is de zaak voorgelegd aan de rechtbank Utrecht. Die is heel wat gewend. Die oordeelt wel vaker over dit soort vreemde gevallen. In 2002 bijvoorbeeld over een meisje van achttien jaar dat in haar slaap een logée had trachten te wurgen. Toen dat niet lukte, had zij de ander neergestoken, nog steeds in diepe slaap gedompeld. De ander was wel wakker geworden. En twee jaar later werden de Utrechtse rechters geconfronteerd met een 65-jarige man die aan het begrip ‘paardrijden’ een geheel nieuwe invulling had gegeven. Hij had twee pony’s verkracht, zij het niet gelijktijdig. En nu is er dus een dertienjarige pre-puber die Alleen op de wereld wil naspelen in een maritieme variant. Wat moet je daarmee aan? Opsluiten? Of toch eerder die ouders?

Het vervelende is, dat die meid allerlei leeftijdsgenoten het hoofd op hol brengt. Zo heeft een vriendin van mij een dochter in dezelfde leeftijdscategorie. Die is ook een jaar of dertien. Die dochter dus, niet die vriendin. Die wilde ook ineens alleen rond de wereld gaan zeilen. En wat heb je toen gezegd, vroeg ik haar. Die vriendin dus, niet die dochter. Zij had deze laatste geantwoord: Alleen de wereld rond in een zeilboot? Ben je nou helemaal? Geen sprake van! Komt niets van in! Neem je kleine broertje maar mee...

maandag 7 september 2009

Een tweespraak (en ook nog een prijsvraag...)

Een bijdrage in het kader van “Grublit – festival van het absurde” dat vandaag in Tilburg van start gaat.

– En de FiloSoof vroeg mij: hebt gij waarlijk niets beters om over te schrijven dan over het verscheiden enen zanger van lichte liederen – gij immers, een buitengewoon opmerkelijke man, even opgewekt als getourmenteerd, met een volstrekt onafhankelijke geest en een universele belangstelling, uitzonderlijk begaafd, met een mateloze ambitie, gecombineerd met een tomeloze werklust, daarbij ongetwijfeld creatief, met een aangeboren mensenkennis en een verbluffend originele fantasie, ook zeer geestig en ad rem, bovendien vrijwel volmaakt gebouwd en altijd smaakvol gekleed, welgemanierd, goed van de tongriem gesneden en bij dat alles van een hartverscheurende bescheidenheid?

– En ik antwoordde: eh... wat was de vraag ook alweer?


(Prijsvraag: Uit welke roman, geschreven door een auteur die door zijn critici arrogantie en zelfingenomenheid wordt verweten, is in bovenstaand blog een passage vrijelijk overgenomen? De goede inzenders komen in aanmerking voor een Meet & Greet met Broers Blogt! Een gezellig samenzijn boven een goede maaltijd en een mooie wijn, in een restaurant naar eigen keuze – zodat de prijswinnaar in eigen hand heeft, hoeveel hij aan het einde van de avond moet afrekenen.)

donderdag 3 september 2009

Zand erover

Het schijnt dat Michael vandaag is begraven. Michael wie? Michael Jackson. Mooie gelegenheid voor mij om mijn excuses aan te bieden voor mijn blogbericht Hoe ik de afgelopen dagen mijn muziekminnende medemensen heb weten te irriteren met een minimum aan inspanning... Het stukje bestaat uit twee woorden: “Michael wie?”. Blijkbaar hebben mensen zich hieraan gestoord en zo’n begrafenis is natuurlijk een mooie gelegenheid tot het aanbieden van excuses. En daarna: zand erover!

Ik heb het desbetreffende stukje geschreven vlak nadat Michael Jackson was overleden en werkelijk iedereen het over zijn dood had. Heb je het al gehoord? Weet je wie dood is? Michael Jackson! Michael Jackson? Ja, Michael Jackson, erg hè? En hij maakte zulke leuke liedjes, en hij was zo lief voor zijn kinderen, en ook voor andere kinderen.
Nu liep ik al een tijdje rond met het idee om een stukje te schrijven met een heel erg lange titel en een heel korte inhoud, maar die korte inhoud moest dan wel een zo groot mogelijke impact hebben. Dat is aardig gelukt, dacht ik zo, mede gezien het feit dat ik maar liefst twee (2) reacties heb mogen ontvangen. Wel leuk, aangezien het gewraakte stukje ook maar uit twee woorden bestaat. Dat is één kritische reactie per woord, zoals de snelle rekenaars onder mijn lezers zullen hebben uitgerekend.
Beide reacties zijn afkomstig van vrouwen. Dat moet wel. Hun schuilnamen doen zulks vermoeden. Bovendien hebben vrouwen niet zo’n sterk ontwikkeld gevoel voor humor. De meeste vrouwen niet althans. In elk geval niet de vrouwen die ik ken. Maar dat kan natuurlijk aan mij liggen. Dat ik gewoon de verkeerde vrouwen ken. Mijn vader heeft me zulks menig maal voorgehouden. Die vader toch... Maar ik dwaal af.
O ja, Michael Jackson. Het was natuurlijk helemaal niet mijn bedoeling om hem belachelijk te maken. Dat had hij ook niet nodig. Dat ik dat voor hem deed, bedoel ik. Welbeschouwd is de enige die in het stukje belachelijk wordt gemaakt de schrijver zelf. Hij immers (dat ben ik dus) blijkt de enige in zijn omgeving te zijn die Wacko..., pardon, die Michael niet kende. Wat een malle toestand. Zelfspot heet dat.

Ik denk dat Michael er zelf ook wel om had kunnen lachen. Voor zover zijn gezicht dat nog toeliet natuurlijk.

woensdag 2 september 2009

Vakantiememoires (vervolg)

Deze zomer waren ook onze Nederlandse gevangenen weer eens in het nieuws, aangezien daarvan de helft aan psychische problemen schijnt te lijden. Die hebben dan een misdrijf gepleegd, maar dat komt omdat ze ADHD hebben, of borderliners zijn. Dan doe je dat soort dingen nu eenmaal. Je moet je energie toch op enige manier kwijt? En in de gevangenis leveren die psychische aandoeningen grote problemen op, omdat je in zo’n gebouw natuurlijk toch ergens best wel een beetje het gevoel hebt dat je opgesloten bent. Vervelend is wel dat de Nederlandse gevangenissen over onvoldoende ‘behandelplaatsen’ beschikken om al deze mensen te helpen, zo is gebleken.
Onvoldoende behandelplaatsen? Laat ze gewoon gaan fietsen, zoals in Frankrijk. Daar vond deze zomer een alternatieve Tour de France plaats, speciaal georganiseerd voor gevangenen zodat die er ook eens een paar dagen uit waren. Lekker trappen. Fijn uitwaaien. Deze penitentiaire tour was erg spannend. Tijdens de etappes waren er voortdurend ontsnappingen, maar de vluchters konden telkens weer worden achterhaald. Het leek België wel.
In België ontsnappen namelijk elke week wel wat gevangenen. En nog zitten de cellen daar overvol. Men heeft dan ook besloten om Belgische boeven onder te brengen in een soort gastgevangenis, namelijk de penitentiare inrichting van ons eigen Tilburg. Die heeft in het verleden ook al als proeftuin gediend toen men ging experimenteren met twee gevangenen in één cel. En nu dus met Belgen. Er worden overigens alleen Vlamingen gestuurd, want die kun je beter verstaan dan Walen en dat bevordert de integratie en de verbroedering onzer volkeren. Bij mijn vakgroep is dat ook heel mooi gelukt.

Nu we het toch over Belgen hebben. Er was in de vakantiemaanden een heuse staking onder Poolse aardbeienpluksters in Brabant. Het is een bekend gegeven dat aardbeien, behalve in supermarkten, ook op het platteland te vinden zijn. Zij moeten dan nog wel worden geplukt, en daar zijn die Poolse werkneemsters voor. Die plukken graag. Probleem is wel dat het erg losbandige types zijn, maar daar hebben de Brabantse boeren wat op gevonden. Namelijk een uitgebreid stelsel van geldboeten, oplopend tot 250 euro. Dat is toch al gauw zo’n 1038 zlotys. Deze boeten moeten worden betaald als iemand bijvoorbeeld praat tijdens het werk, of naar de wc gaat, of een mobieltje bij zich heeft, te lange nagels heeft, te veel make-up op heeft en ga zo maar door.
Mooi systeem toch? Misschien wel een goed idee voor het nieuwe collegejaar, zo’n lijstje met geldboeten. De meeste overtredingen kunnen zo worden overgenomen van dat aardbeienlijstje. Het systeem zou zeker kunnen worden ingevoerd in het eerste jaar van de rechtenstudie, in het kader van het ‘activerend onderwijs’ dat daar in de werkgroepen plaatsvindt. Maar dat zal wel weer niet mogen. Dan zullen de studenten wel weer gaan klagen en mopperen en boos worden. Misschien gaan zij zelfs wel in staking, net als die Poolse pluksters.

Ik ben eigenlijk best benieuwd hoe een stakende werkgroep er uitziet. Studenten die in de banken hangen? Die hun boeken en syllabi thuis hebben gelaten? Geen antwoord geven op vragen? Niets opschrijven? Misschien kunnen ze dan wel even kenbaar maken dat ze in staking zijn, want anders denkt de docent dat hij met een gewone werkgroep te maken heeft.

maandag 31 augustus 2009

Vakantiememoires

Jawel! Weer terug na twee maanden te zijn weggeweest. En wat is er toch een hoop gebeurd in die twee maanden. Ik doe zo maar even een greep: Michael Jackson is dood. O nee, die was al dood. Ik bedoel, vóór ik op vakantie ging. Ik vond hem er in de clip Thriller trouwens al slecht uitzien. Verder is de Amerikaanse zanger Willy DeVille op relatief jonge leeftijd gestorven. Hetzelfde geldt voor John Lennon.
Ook erg triest was dat busongeluk in Spanje waarbij diverse mensen zijn omgekomen, en ook verschillende Nederlanders. In de media werd daarbij benadrukt dat zich onder de slachtoffers een aantal “licht verstandelijk gehandicapten” bevond. Waarschijnlijk werd dit gedaan om het zieligheidsgehalte nog wat verder op te schroeven. Maar ik vond het toch een beetje vreemd, want volgens mij zijn de meeste vakantiegangers in Spanje licht verstandelijk gehandicapt.

Nu bevond ik mijzelf deze zomer ook in Spanje, maar dat was voor het werk, namelijk dat congres over jeugdcultuur waarover ik in mijn vorige blog heb geschreven. Dat congres is een geweldig succes geworden! Vooral het onderdeel Lichaamstaal verstaan wij allemaal was zeer de moeite waard. Zie onderstaande sfeerimpressie van mijn vaste fotograaf Jan H, tevens winnaar van de prijsvraag “Zoek de piercing”. Na dit onderdeel dienden wij onze mening over blonde vrouwen op hoofdpunten te herzien. Ook het daarop volgende onderdeel Comazuipen voor beginners was een absoluut hoogtepunt. Van de andere onderdelen kan ik me helaas niet zoveel meer herinneren, maar die schijnen ook erg leuk te zijn geweest.

Op de terugweg naar Nederland kwam er een zeer donkere Spanjaard naast me in het vliegtuig zitten. Hij was enigszins vreemd gekleed. Hij drukte zich uit in een gebrekkig soort Nederlands (gelukkig kijk ik veel tentamens en werkstukken na, dus dat was niet zo’n probleem). Hij heette Piet. Hij was op weg naar Nederland om daar de supermarkten en drogisterijen alvast van zakken pepernoten te voorzien. Pepernoten? Het is hartje zomer! Jawel, pepernoten; die horen namelijk eind augustus in de schappen te liggen. Dan kunnen de mensen alvast in de stemming komen voor december. Nederlanders hebben blijkbaar een lange tijd nodig om ergens voor in de stemming te komen.

Binnenkort meer. Ik ga nu eerst mijn verlanglijstje maken. En vanavond mijn schoen zetten.

dinsdag 25 augustus 2009

Groeten uit Spanje


De cursusleidster had er echt zin in...

donderdag 2 juli 2009

Vakantie

Dit is vooralsnog mijn laatste blogbericht. In de maand juli geniet ik van mijn welverdie... In de maand juli geniet ik van mijn vakantie. Althans, dan hèb ik vakantie, want dat genieten dat is nog maar afwachten. Een deel van de vakantie besteed ik in elk geval – mede in verband met de tegenvallende tentamenresultaten van het afgelopen collegejaar – aan het bijwonen van een congres over de hedendaagse jongerencultuur. Het congres duurt een hele week en de jongerencultuur komt er in al haar facetten aan bod.
Op de agenda staan onder meer onderwerpen als: Wat interesseert de hedendaagse jongeren? Hoe brengen zij hun vrije tijd door? En hun vakantie? Naar welk eten gaat hun voorkeur uit? Wat drinken zij? En hoeveel? Welke boeken lezen zij? Hoe gedragen zij zich tegenover leden van het andere geslacht? En tegenover leden van hun eigen geslacht? Tegenover buitenlanders? Tegenover buitenlanders in het buitenland? En zo meer. Het congres wordt gehouden in Lloret de Mar.

De maand augustus zal vervolgens voor een belangrijk deel in het teken staan van het evalueren van deze elektronische column. Dit in verband met onderhandelingen met Univers over een verbeterd contract. Het gaat natuurlijk om geld maar ik wil ook een assistente; of anders een leuk T-shirt met Broers Blogt erop, of een BB mok, of pen. Afijn, we komen er wel uit. En dan zal ik bij aanvang van het nieuwe collegejaar met nieuwe ener... Dan zal ik bij aanvang van het nieuwe collegejaar mijn geblog wel weer hervatten.

Mijn trouwe lezers dank ik voor hun aandacht en de reacties die ik vooral mondeling van hen heb mogen ontvangen. Voor hun moral support ben ik veel dank verschuldigd aan Jan H (bier & kaas), Hans P (borrels & brandoefeningen), Freek P (bier & bitterballen) en natuurlijk aan An-yooo (borrels & nog veel meer bitterballen).

vrijdag 26 juni 2009

Biertje?

Dit is mijn vijftigste blog voor de elektronische Univers. Vijftig! Een jubileum. Wie had dat kunnen denken – dat ik over zoveel fantasie beschik om er zoveel te schrijven. En dan ook nog zulke goede. En scherpe. En leuke. Het is me toch wat. Gisteren nog benaderde mij een studente. Zij wierp zich ter aarde en omvatte mijn knieën. Zulke dingen gebeuren mij vaak. Hoe komt het toch dat u zo grappig bent, vroeg ze mij. Tsja, antwoordde ik, hoe komt dat... Hoe komt het dat jij dat niet bent? Om dit snedige antwoord moesten wij beiden hartelijk lachen. Ach, het is een gave. En die deel ik graag met de mensen.

En er komen ook steeds meer mensen om die mee te delen. Ik las gisteren in de Univers (want die lees ik) dat er een sterke stijging van het aantal vooraanmeldingen is van mensen die op de UvT een studie willen aanvangen. Maar liefst 1928 stuks deze keer. Vooral economen maar daar doen we niet moeilijk over. En of dit mooie aantal nog niet genoeg is, is er een alleraardigst initiatief opgestart om nog meer jongeren over de streep te trekken. Namelijk: Thuis in Tilburg. Middelbare scholieren die Tilburg als studentenstad willen leren kennen, kunnen een etmaal lang de sfeer proeven middels een verblijf in een echt studentenhuis, het zogeheten T-huis.
In dat huis wordt de aspirant-student ontvangen door een van de vier vaste bewoners. Wat deze gastvrouwen en –heren doen? “Ze laten hun gewone leven zien; dat ze naar een hockeywedstrijd gaan of een Plato-avond”, aldus een woordvoerster. Een hockeywedstrijd. En een Plato-avond. Ik dacht dat het studentenleven er heel anders uitzag. Er is blijkbaar veel veranderd sinds mijn tijd. De verdere activiteiten omvatten een dagje winkelen, samen koken, en – ja hoor – toch ook nog een avondje stappen. Zouden ze dit laatste dan T-drinken noemen? Voelt u de woordspeling? Er is helaas maar één T-huis met maar één gastenkamer, dus er moet rekening worden gehouden met wachttijden.

Misschien wel een leuk idee dat de bezoekers van het huis ook een excursie aangeboden krijgen naar de universiteit, omdat dat toch voor veel studenten een soort van ontmoetingsplaats is. Zij kunnen dan een wandeling maken over de campus, met andere wandelaars een gesprekje voeren, en als afsluiting nog gezellig een biertje gaan drinken in de Esplanade. Daar hebben ze hun prijslijst een extra studentikoos karakter gegeven. Wat bijvoorbeeld te denken van een vaasje Dommelsch voor 1,46 euro? Een flesje Jupiler voor 1,94 euro? Of een glas Hertog Jan voor 1,84? Met deze warme dagen zal het Hoegaarden rosébier van 2,06 euro het ook heel goed doen. Voor degenen die van iets sterkers houden is er de Duvel voor 3,44 euro. Gelieve gepast te betalen want aan wisselgeld is een groot T-kort.

dinsdag 23 juni 2009

Heb ik weer...

Wat heb ik toch een spannend leven. Zo was ik gisteren bijvoorbeeld lekker bezig een grote berg mailtjes van studenten te beantwoorden: Mijnheer, wanneer is de inzage van het tentamen? Vorige week donderdag. Mijnheer, kunt u een aanbevelingsbrief voor mij schrijven want ik ga een jaar in het buitenland studeren; ik heb in 2006 college bij u gelopen, ik zat altijd een beetje achter in de zaal. Dat is goed, maar kun je dan misschien wat meer over jezelf vertellen? Mijnheer, heeft u mijn pen gevonden? Het is een blauwe Parker en volgens mij ben ik die op school verloren. Welke school bedoel je precies? En zo meer. Het is arbeidsintensief maar dankbaar werk.

Toen, plotseling, een akelig fluitende toon. Waar kwam die zo ineens vandaan? Het was niet de vaatwasmachine waarvan onze gezellige koffie & keukenfaciliteit is voorzien. Die stond rustig te wassen en te spoelen, zo merkte ik toen ik het deurtje open deed en het water naar buiten gulpte. Alras werd mij duidelijk wat dat gefluit dan wèl was: het was het brandalarm! Ik begon dan ook meteen paniekerig rond te rennen en opgewonden te roepen en te schreeuwen, zoals het hoort bij calamiteiten, maar dat bleek niet nodig te zijn want het was een oefening. Rustig begaf ik mij daarop via de trap naar beneden. Onderweg kwam ik mijn goede collega Hans P tegen, met wie ik altijd aan borrels en brandoefeningen deelneem, en wij vluchtten gezellig samen het gebouw uit.
Buiten werden wij opgevangen door een trauma team. Hier is nog wel enige verbetering wenselijk, dunkt me. Waar was de koffie? En de deken die je in films altijd om je schouders krijgt? En de dames van de reanimatie? Niets van dit alles. Toch was het al een hele verbetering vergeleken met de vorige oefening. Toen was er niet eens een trauma team en zijn Hans P en ik in dolle paniek weggevlucht (wij gaan altijd erg op in onze rol) en zo op het terras van de Esplanade terecht gekomen. Het schuim stond ons op de lippen. Nu werden wij echter bekwaam opgevangen. Het was trouwens ook niet echt weer voor een terrasje.
Het nablussen heb ik dan ook maar ’s avonds thuis gedaan. Daarna deed ik gewoontegetrouw nog wat huishoudelijk dingetjes; ik ruimde de lege flessen op, laadde de vaatwasmachine in, gooide chipszakken en popcornbekers weg, at de resterende toastjes op, en de kaas, en de worst, en ging toen naar bed. Een mooi einde van weer een spannende dag. Al spoedig was ik in slaap en droomde ik een mooie, studentloze droom.

Toen, plotseling, een akelig fluitende toon. Brand! – schoot het door mij heen en samen met mijn dvd-collectie, mijn vrouw, de kinderen en de huisdieren vluchtte ik de trap af. Beneden aangekomen bleek het echter de vaatwasmachine te zijn. Die was ermee opgehouden. Toen ik het deurtje open deed, bleek hij wel reeds te hebben gespoeld. Mijn vrouw en kinderen hebben de hele nacht staan dweilen.

maandag 22 juni 2009

De ballen van Albron

Albron moet vertrekken. De klanttevredenheid (mooi woord) laat te wensen over. Lees: die is nog slechter dan het jaar daarvoor. De druppel die de emmer wellicht heeft doen overlopen, waren die plastic mesjes in de mensa. Dat was ook wel een heel erg sneue vertoning. Ze waren wel scherper dan de gewone messen, die door Albron waarschijnlijk zijn doorverkocht aan een gekkenhuis – dit zodat de gekken zichzelf of elkaar niet kunnen snijden tijdens het eten. Ook houdt Albron er van die rare verkooptechnieken op na. Dat de bezoekers van de mensa de luxe, dure producten welhaast moeten kopen, omdat de betaalbare voeders waar de gewone mensen en ik het mee moeten doen, grotendeels onder en achter de counters en kasten zijn verstopt.
Zelf vind ik de maaltijden van Albron evenwel niet slechter dan die van vorige voedselverstrekkers, maar ik sta dan ook niet bekend om mijn verfijnde smaak. Ik heb eigenlijk alleen moeite met de kipsaté, die het tot een derde plaats in mijn persoonlijke Top Drie van Heel Erg Vieze Dingen heeft gebracht, en waar ik het verder liever niet over wil hebben. Trouwens, ook de bitterballen van Albron liggen nogal zwaar op de maag. Toen ik vorige week een keer met mijn vriendin en mijn andere vriendin aan de borrels en bitterballen ging in de Esplanade, is me dat althans niet goed bekomen. Maar dat kan ook te maken hebben gehad met het aantal ballen dat per portie wordt geserveerd.
Ook weer zo’n rare verkooptechniek van Albron. Een portie bitterballen bestaat uit acht stuks. En wij waren zoals gezegd met drie personen, dus dat komt niet uit, dan wordt er iemand tekort gedaan want toevallig hadden wij geen van drieën een balansdag op dat moment. En er mag kennelijk geen negende bal in de frituur worden gegooid. Dat is toch wel bitter (dit is een woordspeling). Dus dan moet je een tweede portie bestellen, maar dat maakt de boel alleen maar erger, want dan zit je op zestien ballen en worden er dus twee personen tekort gedaan, namelijk mijn beide vriendinnen. Wij bestelden derhalve drie porties, met in het totaal vierentwintig ballen.
Omdat het numerieke evenwicht vervolgens door één of meer personen uit het oog werd verloren, kwam het aantal ballen weer niet goed uit. Wij waren derhalve gedwongen een vierde portie te bestellen om de ondervoeden onder ons te compenseren. Dat slaagde maar ten dele. Of eigenlijk niet. Vervolgens kan ik mij nog een vijfde, zesde en zevende portie ballen herinneren, maar helemaal goed is het niet meer gekomen. Met mijn maag ook niet. Vreemd is wel dat beide anderen daar helemaal geen last van hadden.

vrijdag 19 juni 2009

Vraagje

- Hallo mijnheer, ik heb een vraagje: waarom heb ik hier geen punten voor?
- Omdat het antwoord fout is.
- Ja, maar eerst had ik het goed. Kijk maar hier, daar staat het.
- Dat kan best, maar dat heb je doorgestreept.
- Jawel, maar het stond er wel. Als je het blaadje tegen het licht houdt, kun je het nog zien staan. Kijk maar.
- Oké, weet je wat, dan geef ik je daar één punt voor, omdat het er eerst goed stond. Want ik wil onderhand naar huis. Het is half tien – en de inzage van het tentamen zou maar tot vijf uur duren.
- Eén punt? Is dat niet wat weinig? Daar heb ik niks aan.
- Anderhalf dan?
- Nou, goed dan. Het houdt nog niet over, maar vooruit.
- Oké, fijn, even de punten opnieuw optellen... Dan heb je nu een drie-en-een-half als eindcijfer.
- En dan had ik nog een vraagje...

donderdag 18 juni 2009

The final countdown...

Nog één uur en veertig minuten en nog wat seconden. De countdown is begonnen. De final countdown wellicht. De barricade zal het denk ik wel een tijdje houden. Direkt nog wel even de studentassistenten wat moed gaan inspreken, want die ogen erg gespannen. Nu alvast maar even mijn uitrusting controleren. Heb ik alles? Volgens mij wel. Verband, pleisters, jodium. Teflon vest. Helm. Stun gun. Stroomstok, wapenstok, pepper spray. Traangas hoeft niet – de meesten zullen wel uit zichzelf gaan huilen. Niet vergeten tissues mee te nemen! Het is vandaag inzage van het tentamen. Het tentamen is slecht gemaakt.

Dat zullen veel studenten ook wel hebben gevonden, dat het tentamen slecht was gemaakt, dat het namelijk niet goed in elkaar was gezet. Vooral studenten met lage punten zullen dat wel hebben gevonden. Ik kan me dat heel goed voorstellen. Dat is ook vervelend. Dan geef je goede antwoorden, ècht goede antwoorden, die je ook nog eens foutloos neerschrijft, met een minimum aan doorhalingen – en dan kloppen de vragen niet. Die blijken dan helemaal niet aan te sluiten – maar dan ook echt helemáál niet – op de antwoorden die jij met zoveel zorg hebt opgeschreven.

Maar goed, hopen dan maar op het hertentamen. Misschien kun je daar die antwoorden wel kwijt. Als de vragen dan tenminste beter zijn. Iets in de trant van: “Vertel iets leuks over de Romeinen, en maak daar zelf een leuke vraag bij. De leukste inzending wordt beloond met een leuk cadeautje”.

dinsdag 16 juni 2009

Rectificatie

Een lezer met oog voor detail heeft mij erop gewezen dat de hond van Hitler waarover ik gisteren schreef, niet Blondie maar Blondi heette. Hiervoor mijn dank. Ik was even in de war met de Amerikaanse softpunk groep Blondie, met die platinablonde zangeres Deborah Herrie, die indertijd meer indruk op mij maakte dan haar muziek. Enig naspeurwerk heeft mij inmiddels geleerd dat Adolf H. vóór Blondi ook al een herdershond had, genaamd Prinz. (Niet te verwarren met Prince, want dat is een soort zanger, ook al uit Amerika). Ganz tol was? Op die tentamenvraag over die hond zijn dus meerdere antwoorden mogelijk. Dat moet eigenlijk zijn ‘meer antwoorden’ want ‘meerdere’ is volgens het woordenboek een lelijk germanisme – maar dat is in dit verband wel toepasselijk.

Voortgezet Kleuter Onderwijs

De Tilburgse rechtenfaculteit waakt over het academische gehalte van haar opleidingen. Daar is zelfs een heuse commissie voor in het leven geroepen. Maar de juristen staan natuurlijk niet alleen in hun strijd voor het behoud van academische vaardigheid en waardigheid. Ook aan andere faculteiten wordt van alles ondernomen om de Tilburgse studenten tot ware academici te maken. Zo kregen wij reeds videocolleges (zucht) en sms-colleges (zucht), en nu dient zich alweer iets nieuws aan: stripboeken! Een hoogleraar Global sourcing (kreun) van de bachelor-opleiding Information management heeft een stripverhaal gemaakt, een comic book waarmee hij zijn onderwijs wil gaan verzorgen. ‘Een plaatje zegt meer dan duizend woorden’, stelt hij, ’en zo kom je eerder toe aan een verdieping in de studiestof’.

Zou het echt? Zou het heus? Ik las laatst ergens dat een echte academicus een kader moet kunnen opbouwen van waaruit hij zijn werkzaamheden kan beschouwen en beoordelen. Dat wordt dan een heel klein kadertje, als je de afmetingen van zo’n plaatje in een stripboek bekijkt. En in de tekstballonnetjes staat dan de relevante tekst die tot de gewenste verdieping moet gaan voeren. Erg veel tekst past er niet in zo’n ballonnetje, dus je komt veel dichter bij de belevingswereld van de studenten te staan, want die houden van plaatjes en korte zinnen en éénlettergrepige woorden. Een collega sprak in dit verband van het Jip-en-Janneke-niveau van onze studenten, maar dat vind ik een beetje flauw, om studenten van het hebben van een niveau te betichten.

Zelf zie ik intussen mooie mogelijkheden om een stripboek over het oude strafrecht te maken, een strip met niveau, dus liefst met Jip en Janneke in de hoofdrol. En dan legt Jip bijvoorbeeld aan Janneke uit hoe brandmerken in zijn werk gaat en wat daarvan de voordelen zijn, waarna Janneke hem duidelijk maakt wat de uitdrukking ‘ik voel me geradbraakt’ nu precies inhoudt. Dit alles in full colour natuurlijk, of anders in rood-wit. Misschien kan ik het tentamen dan in de vorm van een tekenwedstrijd laten plaatsvinden. Een kleurplaat kan ook. Veel slechter zullen de resultaten er niet op worden.

maandag 15 juni 2009

Blondie

Zojuist de eerste evaluaties van mijn vak Europese Rechtsgeschiedenis B gezien. Die vielen niet tegen. Alleen vonden sommige studenten de vragen van het tentamen te gedetailleerd. Een volkomen onterechte opmerking uiteraard. Eén van hen maakte in dit verband een vergelijking met een tentamen over de Tweede Wereldoorlog waarin gevraagd wordt naar de naam van de hond van Hitler. Een belachelijke vergelijking! Dat weet toch iedereen, hoe die hond heette! Die hond heette Blondie, het was – hoe kan het ook anders – een Duitse herder, of eigenlijk een herderin want het was een teefje. Zij heeft geleefd van 1934 tot en met 1945, in welk jaar zij zelfmoord pleegde. Trouwens, eind 2007 was er een andere Duitse herder en die heette Adolf. Vreemde naam voor een hond. Adolf hier! Adolf af! Adolf poot! Nou was er iets met die poot van Adolf. Als je namelijk Heil Hitler riep, dan tilde die herdershond zijn rechterpoot omhoog. Die hond is daarvoor nog in een kennel terecht gekomen. Benieuwd hoe het hem daar is vergaan. Zal wel zijn afgemaakt. Hij was trouwens ook niet raszuiver.

donderdag 11 juni 2009

Nationale Buitenspeeldag (denk ik)

Gisteren was het de Nationale Buitenspeeldag. Of de Landelijke Buitenspeeldag. Of de Nationale Landelijke Buitenspeeldag. Of was het Buitendag, of Buitenlandersdag? De Nationale Buitenlandersdag dan? Nee, het was iets met kinderen... Buitenlandse kinderen misschien? Nee, volgens mij had het betrekking op alle kinderen. Dat die naar buiten moesten, lekker een dagje buitenspelen, in plaats van de hele tijd voor de computer of de tv te hangen. Dat schijnt gezond te zijn, dat buitenspelen, in die buitenlucht, in zo’n buitenwijk. Zolang er geen rare mijnheren in vlekkerige regenjassen rondlopen natuurlijk. Maar goed, die liepen er niet. Hoe heette die dag nou? Nationale Straatkinderendag? Landerige Buitendag? Lanterfantente Buitenlandersdag? Ach, laat ook maar. Het was de hele dag kloteweer.

woensdag 27 mei 2009

Malloot

Vanmorgen weer een en al mall-igheid in de krant. Wat blijkt nu weer het geval te zijn? Terwijl de komst van een shopping mall de gemoederen de laatste tijd danig bezighoudt, heeft de voorzitter van het college van bestuur van onze eigen UvT, Hein van Oorschot, als lid van een denktank een alternatief plan voor de Tilburgse binnenstad ontwikkeld. Hein is bang dat de komst van de mall ervoor zal zorgen dat steeds meer winkels de binnenstad gaan verlaten, zodat daar enkel nog dumpzaken, ramsjwinkels en koopjeshallen overblijven. Het alternatieve plan van onze voorzitter wil dit voorkomen en beoogt de binnenstad een nieuw élan te geven. Immers: “een levendige, gezellige binnenstad is een trekker voor studenten en medewerkers”. En hoe moet die levendige, gezellige binnenstad worden verwezenlijkt? Door daar de detailhandel te stimuleren door middel van een groot nieuw winkelgebied. In dat winkelgebied moet volgens Hein vooral plaats zijn voor winkels met de betere mode.
Wat een aardig alternatief heeft onze voorzitter bedacht. De betere mode? Studenten? Zou het heus? Ik denk dat in elk geval mijn collega Floris van L. zich wel in dit plan kan terugvinden. Enige tijd terug kreeg Floris de hele landelijke pers over zich heen toen hij het waagde een opmerking te maken over de kleding waarin studenten (m/v) meenden op colleges en tentamens te moeten verschijnen. Zijn uitlatingen bleken regelrecht in strijd met de fundamentele vrijheid van kledingsuiting van de studenten. En dus mag een studente zich bijvoorbeeld best hullen in een naveltruitje, ook als dat enkele maten te klein is, of die studente enkele maten te groot. Ik zou dan wel graag willen dat de draagster van zo’n kledingstuk niet voortdurend toegeeft aan die dwangneurotische zenuwtrek om dat te kleine truitje de hele tijd naar beneden te trekken. Dan gaat de rek er trouwens ook uit.

Maar goed, we dwalen af. De voorzitter van de UvT had dus een alternatief plan voor de binnenstad opgesteld en dat overhandigd aan het college van B en W van Tilburg. En wat deden B en W met dat plan? Nou? Daar deden zij niets mee, dat legden zij in een la, in diezelfde la waarin eerder ook al de begroting van Adjes theater was verdwenen. Dat is toch al te mall. Waarom hebben ze dat gedaan? Zien zij die betere modezaken niet zitten? Hebben zij niet graag dat de studenten en de medewerkers van de UvT in de betere mode gekleed gaan? Of vinden ze gewoon dat dat shopping center er moet komen? Ik denk het laatste. Volgens mij zijn het gewoon mall-oten.
Ik moet hier maar niet te veel over nadenken, want anders vrees ik dat ik vannacht weer akelig ga dromen. Dan droom ik dat burgemeester Vreeman meedoet aan The Next Uri Geller Show. De burgemeester gaat gekleed in een onberispelijk zwart pak uit een betere modezaak. Hij draagt een stropdas van de UvT. Hij wordt geassisteerd door een studente in een naveltruitje met een dwangneurotische zenuwtrek. De burgemeester doet zijn Grote Verdwijntruc. Hij laat rapporten verdwijnen, en beleidsnota’s, en begrotingen en toekomstplannen. Hij laat alles verdwijnen. Behalve die studente.

dinsdag 26 mei 2009

De Tentamen Kans Lijn

Ik heb laatst nog net op tijd mijn kwartaalkeuze voor de boekenclub doorgegeven, precies één dag voor mij het kroonkeuzeboek (“speciaal voor u geselecteerd, mijnheer/mevrouw Boers”) zou worden toegestuurd. Dat kan tegenwoordig via een simpel sms-je. Reuze handig. Zo zijn er tegenwoordig wel meer van die klantgerichte, gespecialiseerde sms-diensten die het leven een stuk aangenamer kunnen maken.

Eén van deze diensten heeft zich bijvoorbeeld gespecialiseerd in de autohandel. Via een sms naar een mobiel nummer krijgt iemand dan te horen hoeveel een bepaalde auto eigenlijk waard is. Altijd handig wanneer je van plan bent om een gebruikte wagen te gaan kopen bij een niet helemaal betrouwbaar ogende handelaar (leren jack, sigaar, luisterend naar de naam Bolle Leo). Ook wel fijn is de sms-dienst die inzicht geeft in de huizenhandel. Door middel van een eenvoudige sms kun je dan de waarde van je huis opvragen. Of van het huis van de buurman dat te koop staat sinds jij daar bent gaan wonen.
Verder lijkt mij dat de lijn waarmee een te verwachten kind van een naam kan worden voorzien ook zijn nut kan hebben. In dat geval dient een sms te worden verstuurd met daarin jouw naam, de naam van je partner en het geslacht van het kind (voor zover bekend). Voor de heel domme mensen wordt op tv ook nog uitgelegd hoe dat dient te gebeuren. Dan sms je bijvoorbeeld ‘Erik’ spatie ‘Jan’ spatie ‘jongen’ naar dat mobiele nummer, en dan krijg je een berichtje terug dat het kind Erik-Jan moet heten. Of Bolle Leo. Gelukkig zijn wij niet in verwachting.

Niet van alle diensten zie ik intussen het praktische nut in. Zo is er een dienst waarmee ik mijn ‘pornonaam’ kan opvragen. Dat kan handig zijn voor als ik me wil laten omscholen tot paaldanser, maar vooralsnog wil ik dat niet. Wat moet ik dan met zo’n naam? Zou ik mijn vrouw daar blij mee maken? Ik denk het niet. En mijn vriendin al helemaal niet. Die raadpleegt dan meteen de sms-dienst waarmee je iemands levensverwachting kunt opvragen (“Sms ‘levensverwachting’ spatie ‘Bolle Leo’ naar nummer...”).

Intussen ben ik zelf ook bezig zo’n sms-dienst op te zetten, met het oog op het tentamen rechtsgeschiedenis van aanstaande donderdag. Door middel van een sms-je kan een student dan de kans laten berekenen dat hij dat tentamen haalt. De precieze formule weet ik nog niet, maar het wordt iets in de trant van “sms ‘rechtsgeschiedenis’ spatie ‘bedrag’ spatie ‘rekeningnummer’ naar het volgende mobiele nummer...”.

woensdag 20 mei 2009

De Naam van de Doos

Dat was even schrikken, gisteren op het NOS Journaal. Ook Filip Frederiks was zichtbaar ontdaan en hakkelde nog meer dan anders. De Volendamse zanger Jan Smits en zijn vriendin Jolande zijn uit elkaar! Wacht even, dat klopt niet, zo heet ze niet... Het is Jolanda. Nee, dat is ook niet juist. Jomantha dan. Of Jorinde. Of toch eerder Yomanthe? Yolanthe misschien? Nee, dat kan niet, dat is geen naam. Ach, ik heb het al: Jan en Jomanda zijn uit elkaar!
Het was Jomanda die er een punt achter zette. Zij schijnt Volendam te gaan verlaten en in Madrid te gaan wonen. Maar dat heeft niets te maken met de aldaar voetballende Wesley Snijders die toevallig zojuist gescheiden is en met wie zij laatst heeft staan bekken in een Amsterdamse parkeergarage. Dat is louter toeval.

Jan de Smid was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.

maandag 18 mei 2009

Floppers bedankt!

Iemand uit Noorwegen heeft gewonnen. Een jongen met een viool. En met een leuk kapsel. Uit dezelfde pedogevoelige leeftijdscategorie als de jongen met zijn viool waren meer deelnemers afkomstig, vooral vrouwelijke. Vioolspelen konden deze dames niet, maar zij wierpen weer andere talenten in de strijd. Zo waren er zangeressen in jurkjes met een dusdanig diep decolleté dat je hun navelpiercing kon zien zitten. Als het althans een návelpiercing was. Anderen hadden push up beha’s die de toeschouwers de adem benamen. En henzelf ook. En weer anderen droegen juist niet zulke beha’s. Sommige deelneemsters toonden lingerie die volgens mij alleen per postorderbedrijf besteld kan worden. Enkele van de dansers en andere personen die zich op het toneel meenden te moeten bevinden trouwens ook. Zo zag ik een man in een nauwsluitende blauwe smurf suit die afkomstig zal zijn geweest uit een soft sm zomercatalogus. En voor de echte liefhebbers waren er boys met leuke verchroomde Romeinse helmen. De rest van hun outfit bleek te zijn gestolen, maar daar trokken ze zich niks van aan: dan maar in je leuke lendendoekje het toneel op! Ook de vrouwelijke deelneemsters gaven zich intussen helemaal. Aan wie het maar wilde.

Maar het mocht allemaal niet baten. Die jongen met die viool heeft dus gewonnen. Hij won zaterdagavond de finale van het Songfestival 2009. Zingen kon hij niet, maar dat was natuurlijk geen bezwaar. En Nederland? Wij hadden De Floppers gestuurd. Drie belegen mannen in foute pakken. Gordon, René en nog iemand, met een kansloos want best wel leuk liedje. Ik wil ons land daarmee complimenteren! Heel goed! Heel goed om op deze wijze te protesteren tegen de hele corrupte gang van zaken rond dit volledig verpeste evenement. Gewoon laten zien dat je het daar helemaal niet mee eens bent. Dat je daar als land eigenlijk niet aan mee wil doen. Dat je niet eens wíl winnen. Uitstekend gedaan, Gordon, René en die andere. Prima prestatie!

Het schijnt dat we volgend jaar André Rieu sturen. Die kan ook niet zingen.

donderdag 14 mei 2009

Langer licht

Nog niet zo lang geleden hoorde ik op het NOS Journaal dat België zijn criminelen naar Nederland stuurt om daar hun gevangenisstraf uit te laten zitten. De Belgische cellen zaten namelijk vol en in Nederland was nog plaats. Wat grappig. Ik ging er nog steeds van uit dat we in Nederland een cellentekort hadden. Nog maar enkele jaren terug immers was men, heel voorzichtig, beginnen te experimenteren met twee gevangenen op een cel. Jawel, u leest het goed, twéé gevangenen, in één cel. Je moet er maar op komen. Het resultaat was alleszins bevredigend. Er was onder de koppels enkel wat onenigheid over het programma waarnaar gekeken ging worden op de tv. Maar dit probleem is heel efficiënt uit de wereld geholpen, door elk van beide gevangenen een eigen tv te geven. Hoe krijgt men het bedacht. Gesteund door dit succes ging men vervolgens kijken, of het met zes gevangenen in één cel ook ging, en met acht gevangenen... Dit viel toch tegen. Zal wel iets met de afstandsbediening te maken hebben gehad. Dat alle tv’s op alle afstandsbedieningen reageerden. Dat kijkt niet lekker. Zit je net in een spannende aflevering van Peter R. de Vries, of van CSI Tilburg, en dan springt het toestel ineens op een ander kanaal.
Maar twee in een cel, dat kan dus wel. Dat rijmt. Maar het hielp niet. Niet veel later las ik namelijk in de krant dat er nog steeds een gebrek aan ruimte was. Veroordeelden werden zelfs naar huis gestuurd omdat er voor hen geen plaats was. “Probeert u het later nog maar eens”, kreeg je dan te horen als je je braaf met je koffer in de hand bij de portier van de gevangenis meldde. Maar dat schijnt nu dus allemaal verleden tijd te zijn. Er is weer plaats genoeg voor iedereen. We hebben zelfs plaats voor buitenlandse criminelen. Ik bedoel hier dus die Belgische boeven, laat daar geen misverstand over bestaan.

En nu hebben we dus plotseling celruimte over? Hoe zou dat zo ineens zijn gekomen? Zijn er sinds kort minder criminelen in Nederland, of zitten ze misschien allemaal in het afrekencircuit, of worden er gewoon minder opgepakt door de politie? In Tilburg is in elk geval het onrustbarende aantal overvallen – waarover ik in februari nog schreef – inmiddels drastisch verminderd. Volgens de politie heeft dit te maken met de omstandigheid “dat het langer licht is”, zo lees ik in de krant van 16 april (ik ben enigszins achter met het lezen van mijn dagblad). Overvallers schijnen altijd minder actief te zijn als de dagen langer worden, aldus de woordvoerder. Zouden die overvallers dan gaan genieten van het mooie weer? Een terrasje pikken bijvoorbeeld... o nee, dat is diefstal, dat doen ze dus juist niet. Misschien een beetje klussen in huis dan, of lekker werken in de tuin, of ergens wat bijbeunen.
Het aantal zedendelicten daarentegen lijkt mij nu juist weer te zullen gaan toenemen met dit mooie weer. In het Wandelbos dat ik elke dag met mijn fiets doorkruis zijn althans veel mensen die ook aan aan het cruisen zijn. En dan bedoel ik niet van die bejaarden met van die rare wandelstokken voor op de noordpool. Nee, vooral mannen op fietsen van een wat onbestemde leeftijd (die mannen dus, niet die fietsen). Toen ik laatst met een vrouwelijke collega naar huis fietste, kwamen we ze met bosjes in het bos tegen. Er werd broeierig naar ons gekeken, maar het was niet duidelijk naar wie nu precies. Was dit het bos van Hans en Grietje? Of dat van Hans en Mietje? Toch maar een beetje uitkijken als ik vanavond terug fiets – hoewel, met een beetje geluk gaat het regenen.

dinsdag 12 mei 2009

Voetbalen

Hup Willem II stoere kerels... Zo begint het clublied van Tilburgs trots, de Tricolores, de voetbalclub Willem II. De rest van het lied, dat haar oorsprong in de Middeleeuwen schijnt te hebben, ken ik niet. Dit clublied en veel andere voetbalhymnen klonken zondagmiddag van de Tilburgse tribunes. Het was de laatste speeldag en die van ons speelden tegen die uit Eindhoven. De zon scheen en iedereen was vrolijk en iedereen zong. Er werd gescoord – en een vrolijk gezang klonk op. Er werd nogmaals gescoord – en wederom werd er gezongen. Nog een derde doelpunt – en opnieuw gezang. Na afloop van de wedstrijd maakte de volledige selectie een ereronde, onder klaterend applaus en nog meer gezang. En geklapt en gezongen werd er ook toen een viertal spelers afscheid nam van het publiek. Wat een feest was het, wat een feest!
Even voor de duidelijkheid. Afgelopen zondag speelde Willem II zijn laatste wedstrijd tegen PSV en verloor met 3-0. Het seizoen werd afgesloten met een twaalfde plaats, een “relatief hoge klassering” volgens de verslaggever van het Brabants Dagblad, ene Max van der Prut. Dus dan mag er gefeest worden. Een twaalfde plaats! Van de achttien teams! Een relatief hoge klassering? Inderdaad, het kan nog slechter. Misschien gaat ze dat volgend jaar wel lukken. Het gerucht gaat namelijk dat Marco van Basten de nieuwe trainer van Willem II wordt. Marco schijnt eens een jaartje niets met voetballen te maken willen hebben. Vandaar.

woensdag 6 mei 2009

Boekbespreking

Wat beleven we toch een gezegend jaar wat betreft de Nederlandse cultuur. Dit jaar bereiken diverse eerbiedwaardige vertegenwoordigers der vaderlandse literatuur een zeer memorabele leeftijd, ja zelfs een heus kroonjaar. Zo wordt Gerrit Komrij dit jaar vijfenzestig, en Cees Nooteboom zelfs zeventig. Voor de jongere lezers van deze rubriek: Gerrit en Cees zijn auteurs, schrijvers dus, schrijvers van boeken die door eerstejaars studenten dikwijls worden aangeduid als “leesboeken”. Door ouderejaars trouwens ook. Dit ter onderscheiding van zogenoemde “schoolboeken”, die natuurlijk niet worden gelezen.
Gerrits verjaardag hebben we net achter de rug (30 maart), maar die van Cees moet nog komen (31 juli). Laat ik me daar dan maar op richten, besloot ik, en ik begaf mij naar de bescheiden bibliotheek die ik er als intellectueel op nahoud. Onder mijn boeken – die ik in de loop der jaren met de mij kenmerkende goede smaak heb verzameld – bevindt zich Nootebooms bekendste roman, Rituelen, uit 1980. Uiteraard in een fraaie gebonden uitgave. Ik besloot het werkje maar eens te lezen, iets waarvoor ik de afgelopen jaren echt geen tijd had gehad.

Toen ik het boek na een uur of anderhalf uit had, vond ik het nodig om nog even wat nadere informatie over dit letterkundig product op te zoeken. Inderdaad, op Wikipedia. Het bleek dat de roman vertaald is in het Estisch, het Deens en het Hongaars. De respectieve titels zijn me even ontschoten. Het werk is duidelijk een filosofische roman, die gerekend kan worden tot het existentialisme, waarin de mens gedoemd is – ja, gedoemd – om zelf inhoud te geven aan zijn zinloze bestaan, aangezien er geen transcedente god is die, verheven boven zijn eigen schepping, dat voor hem doet. Slechts door middel van rituelen kan de in chaos rondtastende mens zijn verwarring en angst bezweren. Door de schrijver worden in dit verband – zoals men eigenlijk wel kan verwachten – parallellen aangegeven tussen de rituelen van de katholieke eredienst en die van de Japanse theeceremonie.

Wat alleraardigst om te weten. Existentialistische filosofie. Geen transcedent godsbeeld. Japanse theeceremonie. Chaos, verwarring en angst. Dat dat allemaal in één enkel boek zit, een boek dat bovendien niet eens zo heel erg dik is. En dat dan ook nog een keer – als men zulks wenst – in het Estisch, het Deens of het Hongaars. Toe maar. Wie had dat nou toch gedacht? Wie had dat ook maar kunnen vermoeden? Ik vond het gewoon een saai boek.

maandag 4 mei 2009

Landgenoten!

Een oranje klomp op je hoofd. Een boa van dezelfde kleur om je nek. En een bloes, polo of t-shirt, een jurk of schort, ook al oranje. Evenals je nagels en je oogschaduw (vooral als je een vrouw bent). Daar sta je dan. En dan gaat het feest niet door! Terwijl je net lekker in de stemming aan het komen was! En ook het weer was zo mooi. En je had er zo’n zin in, in koninginnedag. Gaat het niet door!
Dat vond ik nog wel het meest trieste om te zien, afgelopen donderdag: al die verbeten koppen van die feestvierders, die frustratie, die ingehouden boosheid die door de oranje en roodwitblauwe contactlenzen heen scheen. Het feest ging niet door. Het feest was bedorven. Even Apeldoorn bellen. Zwaar balen.
Nederlanders zijn namelijk dol op feesten waarbij ze zich in een opvallende oranje outfit kunnen hijsen. En dan lekker hossen met z’n allen. En lallen en brallen. En olé olé olé zingen. Maakt niet uit wat er gevierd wordt of te doen is. Koninginnedag, WK of EK, voetbal of schaatsen of darten. Doet er niet toe, gewoon een oranje klomp op je hoofd, of een molen, of een tulp – en dan lekker feesten. Nederland is op zo’n moment één grote, oranje skihut.

En toen ging het allemaal niet door. Er is zelfs al sprake van dat koninginnedag nooit meer in deze vorm zal worden gehouden. Zouden de leden van het koninklijk huis dat erg vinden? Dat ze dan geen braderieën meer kunnen bezoeken, en geen markten met oude ambachten? Dat ze al die bejaarden in klederdracht moeten missen die, in een aan het Nederlands verwante taal, uitleg geven over de kunst van het mandenvlechten, sigarenmaken en pottenbakken. Dat ze niet meer mogen meedoen aan koekhappen en zaklopen, en speerwerpen en koorddansen...

En intussen dropen de feestgangers af. Terug naar huis, naar hun eigen skihut. Dan maar geen koninginnedag meer. Kunnen ze dat hele koningshuis net zo goed afschaffen. Maar gelukkig gloort er alweer een nieuwe oranje dageraad. Het WK-voetbal zit er aan te komen, volgend jaar in Zuid-Afrika. Je hoeft niet bang te zijn dat dat wordt verstoord door een idioot in een auto. Meestal maakt het Nederlands elftal zelf wel een einde aan de feestvreugde.

dinsdag 28 april 2009

His Master's Voice (part 2)

Even een berichtje naar aanleiding van het berichtje van gisteren, meer bepaald de titel van dat berichtje: His Master’s Voice. Een van de trouwe lezers van mijn blogberichten vroeg mij waar die titel op sloeg. In mijn tijd was dat een begrip, His Master’s Voice. Dat wil zeggen, toen ik nog jong was. En onschuldig, en aardig om te zien. Toen mijn toekomst nog vóór mij lag, en niet achter mij. Toen dus. Toen was er His Master’s Voice en dat was een platenlabel.
Wat een platenlabel is? Of was? Dat was een organisatie, of een onderdeel daarvan, die ‘platen’ uitbracht, dat wil zeggen langspeelplaten, ofwel elpees (lp’s). Wat dat voor dingen waren? Dat waren geluidsdragers, toen er nog geen cd’s waren, dus héél lang geleden. Die platen werden ‘gedraaid’, op een pickup, ook wel platenspeler genoemd. Wat dat nu weer was? Dat was een apparaat... Nee, wacht, we dwalen af. Laat ik eerst even terugkomen op His Master’s Voice.
Op de hoes (d.i. verpakking) van de elpee (zie boven) stond een hondje afgebeeld (wit met zwart) dat zijn kop in de hoorn van een koffergrammofoon stak omdat... Wat een koffergrammofoon is? Dat is een soort platenspeler van nog véél, véél langer geleden. Die moest je opdraaien met een zwengel, en dan kon je er 78-toeren platen op draaien, die van bakeliet waren en... Achtenzeventig toeren? Bakeliet?

Weet je wat, als jullie dat eens opzochten. Op Wikipedia is er vast een hoop over te vinden.

maandag 27 april 2009

His Master's Voice

Eerstejaarstudenten zijn onvolwassen. Ze vertrouwen te veel op internetbronnen zoals Wikipedia. Ze verwachten succes zonder er al te veel moeite voor te hoeven doen. Dit zijn enkele uitkomsten van een onderzoek naar de bevindingen van 2.000 professoren uit Canada. Zij vinden dat deze Wikipedia-jeugd dan ook niet klaar is voor een universitaire studie. Hoezo eerstejaars, dacht ik toen ik dit bericht in de krant las. Tweedejaars, derdejaars, vierdejaars en nog-hogere-jaars rechtenstudenten maken ook intensief gebruik van Wikipedia. Ook zij nemen de informatie die ze daar aantreffen veelal klakkeloos over in hun pepers (want zo heten werkstukken tegenwoordig). Soms zelfs woordelijk. In het meest gunstige geval met bronvermelding.

Wat dat betreft wordt Wiki wel hetzelfde behandeld als de andere bronnen waaruit wordt geput bij het schrijven van een peper. Zo kom ik af en toe hele stukken van mijn eigen hoorcollege tegen. Soms bijna letterlijk weergegeven, al dan niet met bronvermelding: “college dhr. Broers” of “hoorcollege Rechtsgeschiedenis B”.
Ook boeken worden dikwijls vrij klakkeloos overgeschreven. Vrij klakkeloos is een mooi voorbeeld van wat de Engelsen een understatement noemen. Vooral als gebruik wordt gemaakt van een boek van bijvoorbeeld een Vlaamse auteur uit de jaren veertig of vijftig leidt dit tot stilistisch-humoristische hoogstandjes. Dan lees je dingen als: “Doorheen gans de geschiedenis, inzonderheid de capita der Frankische vorst Charlemagne, treft men uitingen van het talionische principe aan”. De student in kwestie heeft soms maar een flauwe notie van wat zo’n frase mag betekenen. Flauwe notie is intussen een mooi voorbeeld van wat de Engelsen een overstatement noemen.
Het mooiste voorbeeld van trouwe navolging maakte ik een jaar of twee geleden mee. Ik kreeg een peper te lezen van ongeveer 12 pagina’s, waarbij gebruik was gemaakt van drie boeken. Uit elk boek waren vier opeenvolgende pagina’s overgeschreven. Inclusief aanhalings- en sluitingstekens, inclusief bronvermelding in voetnoten. Eén voetnoot voor elk boek. De student wist niet dat dit niet mocht.

Toch maken rechtenstudenten bij de vaardigheidstraining gebruik van het boekje Oefening baart kunst. Lees: daar moeten zij gebruik van maken. Soms zie je een blik van herkenning in de ogen van de student als je hem of haar op het bestaan van dat boekje wijst. En op de nuttige aanwijzingen die daarin worden gegeven voor het schrijven van pepers.
Ik heb dat boekje zelf ook maar eens doorgebladerd. Ik heb het nog een tweede keer doorgebladerd. En verrek, het staat er niet in. Er staat niet in dat er niet letterlijk mag worden overgeschreven. Wellicht een goed idee voor de volgende druk van het boekje, om meteen op de eerste pagina de studenten dat eens goed in te peperen.

donderdag 23 april 2009

Beste Marc

Het is hem dan toch gelukt. Marc Groenhuijsen. Gisteren veroverde hij de titel Beste docent van de FRW, en ik wil hem daarmee van harte feliciteren. Marc is bij de Beste Docent Verkiezingen jarenlang mijn meest geduchte tegenstander geweest. Vooral tijdens de vroege edities van deze verkiezingen, toen er nog stemformulieren van perkament waren, voelde ik steevast de hete adem van deze hoogleraar in mijn nek. Hetgeen alleen al in fysiek opzicht een hele prestatie was. Ik ben namelijk heel erg lang en Marc niet.
Toen werd het een tijdje rustig en meende ik dat ik mijn hooggeleerde concurrent eindelijk kwijt was. Niet dus. Dat was waarschijnlijk gewoon tactiek van Marc, om zich in de luwte voor te bereiden, en om mij in slaap te sussen. Gisteren werd ik daaruit ruw gewekt. Marc is back!

En hoe! Ik ben afgetroefd in de kleine ruimte. Met 0,002 punt verschil. Een fotofinish. Tweeduizendste. Twééduizendste! TWEEDUIZENDSTE!! Dit kleine verschil maakt Marcs overwinning er niet minder groot op. Zeker niet. Misschien zelfs nog wel groter. Het ware meesterschap zit immers in de details.

En zelf mag ik ook niet ontevreden zijn. Ik heb twee andere prijzen gescoord: Beste docent bachelor Nederlands recht en Beste hoorcollegedocent. Toch mooi. Dat wordt dus weer boren. Minimaal drie gaten, want het gaat altijd wel een keer mis. Dan schiet de boor uit, of ketst hij af op een steentje of een muuranker of zo. Dat zal deze keer wel een buis van de waterleiding zijn. Dat kan er dan ook nog wel bij.

maandag 20 april 2009

Wall of Fame

Het is een tijdje geleden dat ik voor het laatst iets van me heb laten horen op deze blog. Druk-druk-druk. Colleges, tentamens, werkstukken, voordrachten, vergaderingen – erg veel gewerkt dus, ook in de tuin. En ook veel te gespannen om te schrijven. Aanstaande woensdag is het namelijk weer zo ver: DE BESTE DOCENT VERKIEZINGEN VAN DE FRW ! Voor de zestiende keer alweer. Slik. Ik ben genomineerd voor de hoofdprijs. En voor nog twee andere prijzen: Docent met de leukste schoenen en Docent die het meest transpireert. Het zweet breekt me nu al uit. Stel voor dat ik win...
De laatste jaren begeef ik me met lood in mijn leuke schoenen naar de prijsuitreiking. Boekenbonnen, bioscoopbonnen en bonbonnen zijn mij menig maal ten deel gevallen, evenals vulpennen, balpennen en breipennen. Staafmixers, sapcentrifuges en eierwekkers. Boeken over Zelf Brood Maken, Alle Vlaggen van de Wereld en 100 Heerlijke Sushi Gerechten. Ik kan mij heel goed voorstellen dat mijn collega’s ook eens willen winnen, dat zij ook eens met zulke mooie prijzen willen thuiskomen (“Kijk eens wat ik heb gewonnen, een broodbakmachine – denk ik”). Als ik een van mijn collega’s was, zou ik onderhand een beetje uitgekeken raken op mij. Zo ben ik wel.
Zal ik me niet terugtrekken, denk ik soms; gewoon niet meer meedoen aan die verkiezingen, zodat anderen ook eens in de spotlights komen te staan, en in de bloemetjes worden gezet – want bloemen krijg je dus ook al. Gewoon niet meer meedoen, uit respect voor alle docenten die ook goed onderwijs geven, misschien nog wel beter. Maar als ik mij zou terugtrekken, heeft dat dan niet iets arrogants? Iets neerbuigends? Iets aanmatigends? Zo van: als ik meedoe, winnen jullie toch nooit. Of: met zulke zwakke tegenstanders is er voor mij ook geen lol meer aan. Dan bereik ik juist het tegenovergestelde van wat ik met mijn gebaar duidelijk wil maken. Dus misschien is het maar beter om me juist niet terug te trekken, uit respect voor mijn collega-docenten.

Intussen heb ik dit jaar getracht om zo min mogelijk mijn best te doen om de beste te worden. Tijdens mijn colleges sprak ik sneller dan het geluid. Ik bediende mij van onbegrijpelijke zinsconstructies, niet-bestaande woorden en Latijnse uitdrukkingen. Ik gebruikte geen blackboard, geen sheets, ik schreef bijna niets op het bord en zeker niets leesbaars. Ik stuurde studenten de zaal uit: de één omdat hij lachte om iets wat ik zei, een ander omdat hij zijn pen liet vallen, en weer een andere omdat hij een vraag stelde over de bestudeerde stof. En toch ben ik weer genomineerd.

Maar dat wil natuurlijk nog niks zeggen. Misschien word ik wel gewoon tweede. Of derde...

Mocht ik toch een eerste plaats behalen, dan krijg ik weer een mooie oorkonde. Die hang ik dan bij mijn andere mooie oorkonden. Dat wordt weer boren. Er zitten onderhand zo veel gaten in mijn wall of fame dat het wel de muur van een executieplaats lijkt. En de huizen dalen toch al zo in waarde. Er zitten bijna meer gaten in die muur dan in Julius Caesar toen hij werd vermoord.
(Misschien wel een leuke vraag voor de Roman Pub Quiz, volgende week maandag: hoeveel gaten zaten er in Caesar nadat hij was neergestoken? Natuurlijke lichaamsopeningen niet meegerekend).

Zou ik al die oorkonden niet mogen inruilen voor een standbeeld?

donderdag 9 april 2009

Freek P.

Mijn eigenste personal assistant Freek P. heeft met zijn afstudeerscriptie voor de nodige commotie gezorgd in medialand. En dat terwijl hij nog moet afstuderen. De scriptie gaat namelijk over TBS, en dat doet het altijd leuk in de krant. Vooral als het gaat over dingen als verlof. Je zit dan eigenlijk al te hopen dat het mis gaat – dat levert weer een mooi berichtje op in de krant. En iedereen heeft dan gelukkig weer wat om schande over te spreken. De scriptie staat echter niet in het teken van het voorkomen van dergelijke misstanden, maar van het voorkomen daarvan. Wacht, laat ik mij duidelijker uitdrukken: hij gaat niet over het vóórkomen maar over het voorkómen van narigheid.
Beschreven wordt namelijk de mogelijkheid van een virtueel proefverlof. De tbs-er krijgt dan een leuke helm op met een virtual reality-bril. Vervolgens wordt hij in een virtuele wereld losgelaten bij wijze van verlof. En daar wordt hij natuurlijk geconfronteerd met allerlei verlokkingen en verleidingen. Opmerkelijk is, dat alle media als voorbeeld het geval eruit lichten van een pedofiel die een kind in een zandbak ziet. Dat levert toch weer het mooiste journalistieke plaatje op als het misgaat. En gezien de reacties op internet lijkt heel Nederland ervan uit te gaan dat het misgaat. Terwijl in de film Con Air die vorige week weer eens op tv werd vertoond, Steve Buscemi toch heel leuk met zo’n kind in de zandbak gaat zitten spelen. Maar Steve was geloof ik geen pedofiel maar een gewone serial killer.

Ik vind het een mooi experiment dat door Freek P. wordt beschreven. Sterker nog: ik heb hem gevraagd of hij voor mij niet ook zo’n helm met bril kan regelen. Je kunt dan in je second life aan allerlei leuke modules gaan meedoen. Zo kun je bijvoorbeeld een bezoekje brengen aan de afdeling ‘medicijnen’. Lijkt me echt te gek, zo’n medicijnkast, allerlei heilzame, geestverruimende middelen, dan wordt je vituele wereld nog veel virtueler. Dan kun je daarna meteen door naar de afdeling ‘belonen en bestraffen’, waarvan de laatste optie me erg spannend lijkt. Spanking en zo. En klemmen.
Maar ook biedt dat virtuele bestraffen een goede oplossing voor het altijd aanwezige cellentekort in Nederland. Je kunt de veroordeelde voortaan thuis zijn straf laten uitzitten, door hem te plaatsen in een virtuele cel. Dan zit-ie in werkelijkheid gewoon tien jaar thuis op de bank, terwijl hij in de virtuele wereld opgesloten zit met een heel nare, zichzelf niet goed verzorgende, latent homofiele celgenoot. Ik zit zelfs te denken aan de mogelijkheid van een virtuele doodstraf, maar dat zal wel weer te ver gaan.

Met de bus mee

Wat is het toch leuk om te reizen met de bus. En spannend ook. Dat begint al meteen als je moet opstappen. Immers: hoe laat zal de bus arriveren bij de halte waar jij je hebt opgesteld? Het accent in deze zin ligt op het woord “laat”. Zal de bus vijf minuten te laat zijn, of tien, of misschien wel een kwartier? Als hij al komt natuurlijk, want soms valt er gewoon een dienst uit en dan moet je wachten op de volgende. Dan wordt het pas echt gezellig, omdat er dan steeds meer mensen komen die straks de bus in moeten.
Nu is de bus natuurlijk niet altijd te laat. Soms is hij te vroeg. Buiten de spitsuren staan er namelijk niet veel mensen bij de haltes, dus kan de chauffeur lekker doorrijden en steeds snellere tijden laten noteren. Dan sta jij daar keurig op tijd bij de halte en dan is de bus al geweest. Als je geluk hebt kun je hem nog net de bocht om zien gaan, dan kun je nog even zwaaien. En vervolgens mag je wachten op de volgende bus, die vooral ’s avonds pas een half uur later komt. Voor zover de dienstregeling nog klopt. Als die er al hangt.

Wat is het toch leuk om te reizen met de bus. Als je er eenmaal in bent geslaagd om in te stappen, kom je terecht in een vrolijk gezelschap. Veel moeders met kinderwagens en wandelwagens, die tegenwoordig steeds meer op pantservoertuigen beginnen te lijken, zo groot als ze zijn, en zo hard als je ermee in aanraking komt. Met een beetje geluk begint er toch minstens één kind te huilen. Of slijm op te geven. Ook leuk zijn de moeders die met hun dochters naar de stad gaan, en die mij doen denken aan een reclamefilmpje van vroeger waarin een bepaald merk margarine aan de man werd gebracht. Of eigenlijk aan de vrouw. Een moeder, die nauwelijks te onderscheiden was van haar veel jongere dochter, gebruikte dan net als zij dat merk margarine, onder het motto zo slank zijn als je dochter. Nou, zulke moeders en dochters bedoel ik dus, maar dan in de roombotervariant.
Een leuke groep medereizigers zijn voorts de schoolmeisjes van rond de zestien (?) die verwikkeld zijn in gesprekken die je eigenlijk niet wilt horen. Maar je hebt niets te willen. En zo wordt je op de hoogte gesteld van het verdriet dat Esmeralda is aangedaan door haar vriend Wesley die een avond is vreemd gegaan met Kim, de vriendin van zijn broer Lesley die op datzelfde moment iets schijnt te hebben gehad met Bianca, waarvan Deborah (spreek uit als Debôôôra) op de hoogte was en die heeft het weer doorverteld aan Quasimodo, die een oogje heeft op Esmeralda. Verder bevinden zich in de bus vooral veel ouderen van zowel het mannelijk als het vrouwelijk geslacht, voor wie deodorant tot dezelfde categorie producten behoort als aquariumzand, fijnkorrelig schuurpapier en zeevishengels. Producten die je niet dagelijks gebruikt.

Wat is het toch leuk om te reizen met de bus. Voor de zomervakantie heb ik een busreis geboekt naar Italië, waarbij dat hele land in twee weken zal worden doorgejakkerd. Op de mooiste plekjes zal worden gestopt. En dan hup-hup-hup de bus uit, foto maken en de bus weer in. Onderweg vertelt de reisleider allerlei wetenswaardigheden. ’s Avonds word je overhoord. Waarschijnlijk gaan we ook zingen in de bus, en spelletjes doen zoals: ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is grijs, of kaal. Er gaan namelijk ook weer veel ouderen mee. In verband met reisziekte en incontinentie wordt er onderweg extra vaak gestopt. Maar we zingen vrolijk door. En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet.
En dan schrik ik wakker. Blijkt het allemaal een boze droom te zijn geweest. Niks geen zomervakantie, geen twee weken Italië, geen bejaarde medereizigers, geen gezang, gezeik en gekots. Ik lig gewoon thuis in mijn eigen bed. Maar ik moet nu wel gaan opstaan, want het is al laat en anders mis ik de bus nog.

dinsdag 7 april 2009

Jerney Kaakman

Weet je wat ik het liefst zou willen. In de wetenschap. Dat ik van de poot van een sprinkhaan alles af wist. De spieren en pezen, de bloedsomloop, het zenuwstelsel. (...) Over zo’n nietig onderwerp een proefschrift schrijven van tweehonderd pagina’s. (Jan Wolkers, De Kus, 1977).

Jan kon het zo mooi zeggen. Dat mensen blijkbaar op allerlei onderwerpen kunnen promoveren. En dat ze het nog doen ook. Zo promoveerde korte tijd geleden een psychologe aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift over spieren en pezen, zij het niet die van een sprinkhaan maar van een mens. Zij had onderzoek gedaan naar het gebruik van Botox en de schadelijke gevolgen daarvan voor de menselijke psyche.
Ik dacht dat botoxmensen juist heel blije mensen waren, met een rimpelloos bestaan, een leven waarin nooit een plooitje hoefde te worden gladgestreken. Maar er schijnen dus ook bijwerkingen te kunnen optreden. Uit het proefschrift blijkt namelijk dat botoxmensen met hun gezicht geen gevoel van walging tot uitdrukking kunnen brengen. Als je geen uiterlijke walging kunt tonen, leidt dat tot negatieve emoties die op den duur tot een negatieve levenshouding kunnen voeren.

Ik moest hier aan denken toen ik vorige week op tv een programma zag met daarin een buikspreekpop die sprekend op Jerney Kaagman leek. Het bleek Jerney Kaagman zelf te zijn. Zij heeft zich zo overdadig laten botoxen dat ze alleen haar onderkaak nog een beetje kan bewegen. Jerney Kaakman dus eigenlijk. Zij werd geridderd wegens haar verdiensten voor de Nederlandse muziek. Uiterlijk onbewogen liet de antieke muziekdoos alles over zich heenkomen. Geen spoor van enige emotie. Zou zij aan het walgen zijn? Vond ze de versierselen misschien niet zo mooi? Of was ze juist heel erg blij? Want ook dat kun je natuurlijk niet uiten als je je gezicht hebt laten straktrekken.
Is dat eigenlijk niet veel erger: dat je je positieve gevoelens dan niet kunt uiten? Dat je niet kunt lachen, geen blij gezicht kunt trekken, geen grijns of een glimlach, geen schalkse knipoog, of een blij-verrast optrekken van de wenkbrauwen? Daar wordt iemand toch veel depressiever van dan van het niet kunnen uiten van negatieve gevoelens? Misschien wel een idee voor die mevrouw in de psychologie. Kan zij over een paar jaar komen met een vervolg op haar proefschrift, waarin zij aantoont dat het niet kunnen tonen van positieve gevoelens ook leidt tot een negatieve levenshouding. En dat dat nog veel méér schade aan de menselijke psyche toebrengt dan het niet kunnen tonen van negatieve emoties.

Intussen raad ik alle botoxmensen aan om toch een manier te vinden om hun gevoelens – van welke aard dan ook – tot uitdrukking te brengen. In geval van walging, irritatie, haat of woede kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het slaan, stompen of schoppen tegen het voorwerp of het wezen dat aanleiding heeft gegeven tot deze negatieve stemming. Spugen mag ook. En blijdschap, dankbaarheid, vrolijkheid en verliefdheid kunnen dan bijvoorbeeld worden getoond door het strelen, knuffelen, aaien, kroelen, kussen of likken van het subject of object dat deze gemoedsgesteldheid heeft teweeggebracht. Het gebruik van koosnamen en verkleinwoorden kan ook worden aanbevolen.
Schreeuwen, roepen, gillen, krijsen en soortgelijk krachtig gebruik van het spreekorgaan dient daarentegen ten stelligste te worden ontraden. Dit in verband met het gevaar voor verrekking of zelfs scheuring van de gelaatsspieren. Dat leidt namelijk weer tot heel negatieve gevoelens. Ik hoop dit alles binnenkort nader uit te werken en toe te lichten in het Broers Botox Boek. Wordt ongetwijfeld een bestseller. Ik denk dat ik het eerste exemplaar aan Jerney zal aanbieden. Wat zal ze blij zijn. Althans, dat zal ik dan maar aannemen.

vrijdag 3 april 2009

Een positief gebaar

De schoonmaakcampagne in het Warandegebouw lijkt inmiddels te zijn uitgewoed. Toen ik gisteren in mijn lokaal arriveerde – geen capo te bekennen die mij dat wilde verhinderen – werd ik althans geconfronteerd met de vertrouwde hoeveelheid rommel en rotzooi. Er had een soort studiedag of een colloquium of iets dergelijks plaatsgevonden en de sporen daarvan waren duidelijk zichtbaar. Behalve de bekende prullen en proppen trof ik achtergebleven naamkaartjes aan, stapels folders, vergeten pennen, koffiekoppen, en mokken met leuke opdruk. En toen gebeurde er iets moois. Iets Heel Erg Moois. Zonder te mopperen of te klagen besloten wij, mijn studenten en ik, spontaan, stilzwijgend, gelijktijdig om te gaan opruimen! Wel moesten wij, gezien de beperkte tijd die ons ter beschikking stond – er moest tenslotte ook nog college worden gegeven – om het opruimen te beperken tot de meest in het oog springende dingen. En zo kozen wij voor de leuke mokken met opdruk.
Elk van ons nam een mok en spoelde hem met zorg om. Daarbij letten wij er goed op dat we de kleurige opdruk niet beschadigden. Het ging immers om andermans eigendommen, en daar moet je even zuinig op zijn als op je eigen spullen. Ook het afdrogen ging derhalve met de grootste zorgvuldigheid gepaard. En dit alles verliep in volstrekte harmonie. Iedereen wachtte netjes op zijn beurt bij het fonteintje. Niemand onttrok zich aan de schoonmaak. Sommige studenten namen zelfs nog een tweede exemplaar voor hun rekening. Eenmaal schoongemaakt werden de mokken door ons, ook weer met de grootst mogelijke voorzichtigheid om breken te voorkomen, in onze tassen opgeborgen. En met opgeruimd gemoed begonnen we vervolgens aan het college. Je voelt je zo fijn als je iets positiefs hebt gedaan.

Na afloop van het college gingen we, met in onze tassen de leuke mokken met opdruk, langs de afdeling Gevonden Voorwerpen. Na afloop van het college gingen we, met in onze tassen de leuke mokken met opdruk, langs de afdeling Gevonden Voorwerpen. Ik dacht, ik herhaal deze zin maar even, anders geloven de mensen me niet. Mensen zijn zo snel geneigd om negatief te denken. Zo van: jaja, dat zal wel, gevonden voorwerpen, jaja... Het zijn dergelijke negatieve gedachten waar ik me zo aan kan ergeren. Met zo’n instelling zullen mensen elkaar nooit echt onbevangen bejegenen; altijd is er die spanning, dat wantrouwen. Waarom nou nooit eens een keer positief?
Wij liepen dus even langs Gevonden Voorwerpen. Met die mokken. Met die leuke opdruk. Enkelen van ons liepen zelfs nog een tweede keer langs deze afdeling. Voor de kick. Gewoon even langs lopen. Daarna zijn we naar huis gegaan.

woensdag 1 april 2009

Het Theater van de Lach

Ik dacht even dat het om een 1 april grap ging toen ik vanmorgen in de krant kennisnam van de zoveelste episode van de tragikomedie rond het theater van Adje. Ik vond het al droevig dat de bioscoop in Midi het veld moest ruimen voor dit volkstheater. Maar het werd allemaal pas echt treurig toen bleek dat de gemeente – die het pand voor 2,5 miljoen aankocht – niet in staat bleek te zijn om een fatsoenlijke kostenraming te maken van de verbouwing. Dat werd dus bijna zeven miljoen in plaats van vijf. Rekenfoutje. De volgende keer toch maar even het telraam erbij pakken.
En nu blijkt dat Adje zich heeft teruggetrokken als exploitant van het theater. Hij kan de huur niet betalen omdat hem geen contracten voor tv-programma’s worden aangeboden. Zelf wijt hij dat aan de economische crisis. Zou dat werkelijk de oorzaak zijn? Is het niet gewoon zo, dat Adje als uithangbord van het theater de programmamakers eerder afschrikt dan aantrekt? Zelfs de onbenulligheid en smakeloosheid van tv-programma’s heeft immers haar grenzen.
Adje is komiek, zo wordt beweerd. Dat verklaart een hoop. Ik zag dit weekend nog een stukje van zijn komisch optreden in de show van Paul de Leeuw omdat ik de afstandsbediening niet zo snel kon vinden. Te gênant voor woorden. Hij speelde voor hond. De hond en de leeuw. Zouden de kinderen van Paul de Leeuw zich intussen niet schamen voor het programma van hun moeder? Dat De Leeuw nog wel contracten krijgt vind ik vreemder dan dat Adje er geen krijgt.

Maar wat nu te doen met Adjes theater? Adje zal er als artiest blijven optreden, dus het blijft toch een beetje zijn theater. Dat maakt het wel extra lastig voor de nieuwe wethouder van cultuur Ton Horn om een andere exploitant te vinden. Dat is inderdaad dezelfde Ton Horn over wie ik gisteren berichtte dat hij burgemeester Vreeman zal vergezellen op diens dienstreis naar Tunesië.
Tijdens die reis zal hij samen met de burgervader een bezoek brengen aan Carthago. Je bent immers niet voor niets wethouder van cultuur. Dan wil je ook wel eens een volledig verwoeste stad zien. Misschien kan hij daar dan tevens inspiratie opdoen om tot een oplossing te komen voor Midi. Een definitieve oplossing. Iets in de trant van ceterum censeo theatrum Adriani delendam esse.

Gewoon platgooien dus dat theater. Dan is het qua niveau gelijk aan de humor van Adje.

dinsdag 31 maart 2009

Een heel jaar feest

Ceterum censeo Carthaginem delendam esse. Dat waren de woorden waarmee Cato de Oudere zijn redevoeringen besloot, ongeacht waarover hij had gesproken. Voor de niet-Latinisten onder ons, dat betekent: “Overigens ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden”. Voor de Latinisten betekent het trouwens hetzelfde. Uiteindelijk heeft Cato zijn zin gekregen en is Carthago met de grond gelijk gemaakt. Zelden zal een cultuur grondiger zijn verwoest dan die van de Carthagers. In ’40-’45 hadden ze het niet beter kunnen doen.
Nog maar net terug van een reis naar Zuid-Afrika, gaat burgemeester Vreeman binnenkort alweer op reis naar Tunesië. Zeker in tijden van crisis en recessie wekt dit soort ‘dienstreizen’ altijd de nodige ergernis, nog niet eens zozeer bij ingezetenen als wel bij leden van de gemeenteraad die zelf niet mee mogen. De achterblijvers vragen zich openlijk af, wat de burgermeester van Tilburg in Tunesië gaat doen. Men beweert dat hij daar een bezoek aan Carthago gaat brengen.
De kersverse wethouder Ton Horn zal Vreeman op zijn reis vergezellen, en het verhaal wordt nog droeviger, want ook “een Brabantse cultuurdelegatie” maakt deel uit van het reisgezelschap. Wat gaan die in hemelsnaam in Carthago doen? Waar gaan ze naar kijken? Naar die paar stenen die nog overeind staan? Ik was enige tijd terug zelf in Carthago – in het kader van een dienstreis ter voorbereiding van de Romeinse Pub Quiz – en ik kan u verzekeren: dat wat er nog van deze stad over is, kan in een middagje worden bezocht. Inclusief rustpauzes, plaspauzes en het zoeken naar een verloren geraakte zonnebril.
De boosheid van de gemeenteraad richt zich intussen vooral op de nieuwe wethouder Ton Horn. Deze heeft eigenlijk helemaal geen tijd voor een verblijf in het buitenland aangezien hij zich nog aan het inwerken is. En bovendien is hij maar voor één jaar benoemd, dus dan is zo’n reis helemaal misplaatst. Dat is ordinair misbruik maken van gemeenschapsgeld voor eigen gerief! Ik weet het niet. Volgens mij heeft de éénjarige wethouder gewoon de slogan verkeerd begrepen waarmee Tilburg zijn tweehonderdjarig bestaan als stad propageert: Tilburg 200 – Een heel jaar feest.

donderdag 26 maart 2009

Alle wegen leiden naar de kroeg

We gaan er even uit voor de reclame...

Houd je van geschiedenis? Van echt oude geschiedenis? Van heel erg lang geleden? Toen er nog geen SMS was, geen MSN, geen BBQ – maar wel SPQR.

MAANDAG 27 APRIL is het weer zo ver... Dan wordt alweer de derde editie van de ROMAN PUB QUIZ gehouden – de quiz die inmiddels een groeiende populariteit onder studenten geniet. Vorig jaar deden maar liefst zestien teams mee! Of veertien, dat kan ook. In elk geval meer dan tien. Dacht ik. Een quiz ter leringe ende vermaak, waarbij deze keer niet alleen Rome (een plaats in Italië) in de spotlights zal staan, maar de schijnwerpers ook op andere landen uit de klassieke oudheid zullen worden gericht.

De vragen zijn makkelijker geworden, de prijzen zijn mooier geworden, de gezelligheid is hetzelfde gebleven. De presentator ook.

De inschrijving voor deze quiz zal eerdaags worden geopend (eerdaags betekent ‘een van deze dagen’, ‘binnenkort’; met andere woorden, ik weet niet wanneer). Je kunt je inschrijven in teams van vier personen. Als je niet zoveel vrienden hebt, drie personen is ook goed, desnoods twee. Je kunt ook mensen uit je naaste omgeving lid maken van jouw team, zoals je vader, je moeder, je vroegere leraar geschiedenis, je handarbeidleraar of je overbuurmeisje.

Er zijn tal van mooie prijzen te winnen, waaronder een EXCLUSIEVE REIS NAAR ROME! Een zéér exclusieve reis, mag ik wel zeggen. Exclusief vervoer, exclusief hotelaccomodatie, exclusief maaltijden, exclusief toegangsprijzen, exclusief drankjes – en nog veel meer exclusief!

maandag 23 maart 2009

Bozo de Begrafenisclown

Op de Radboud Universiteit van Nijmegen wordt woensdag een symposium gehouden met als titel Veranderde rituelen rondom de dood. Een van de organisatoren van deze bijeenkomst is nog niet zo lang geleden gepromoveerd tot doctor op een proefschrift over uitvaartrituelen. In een interview zegt deze Dr. Death dat hij de begeleiding van stervenden als een grote uitdaging beschouwt omdat deze mensen in een crisissituatie zitten. Van dat laatste had ik al zo’n vermoeden.
Deze crisis kan evenwel op een eenvoudige wijze worden opgelost. Je kunt bijvoorbeeld de oude vertrouwde koffiekan bij de stervende op het nachtkastje zetten, aldus de jonge doodsdoctor. Inderdaad, koffie werkt rustgevend. En een koffieapparaat dus blijkbaar ook. Of een Senseo. Of een Nespresso. What else.
Die koffiekan blijkt vervolgens ook een rol te kunnen gaan spelen bij de uitvaart die op het overlijden volgt. Ik vraag me af wat voor rol dat kan zijn. Mijn koffiezetapparaat bijvoorbeeld heeft maar een maximum van tien kopjes. Maar misschien kunnen enkele van de genodigden thermoskannen meenemen van huis, dat scheelt toch weer.

Tijdens de uitvaart kan voorts gebruik worden gemaakt van de diensten van een ‘rouwclown’. Deze kan de nabestaanden helpen ‘het verdriet los te maken’. Bozo de Begrafenisclown. Alsof een begrafenis al niet triest genoeg is. Je zou zo’n clown toch een doodschop geven. Je hoort het Ben Cramer al zingen: “Hij was maar een clown, in het wit en het rood; hij was maar een clown, maar nu is hij dood”. Of is deze zanger van het levenslied inmiddels zelf al dood? Volgens mij leeft hij nog, maar ik weet het niet zeker en Ben waarschijnlijk ook niet.
Zou die rouwclown eigenlijk speciaal worden opgeleid om mensen aan het huilen te maken? Dat daar een soort masteropleiding voor is aan de universiteit van Nijmegen. Of is het een gewone clown die de dag daarna weer moet optreden op een braderie of een kinderfeestje? Om daar de mensen ook weer te laten huilen, maar dan van het lachen. In dit laatste geval zal er wel snel een Hulplijn voor depressieve clowns komen, omdat zij het doodgewoon niet meer zien zitten, al die begrafenissen, of een burn out hebben van al die crematies. Wie zou er opnemen als je die Hulplijn zou bellen? Bassie?

Het zal je beroep maar wezen. Rouwclown. Om je dood te lachen!

donderdag 19 maart 2009

Concertagenda

Jammer dat ik vanavond college moet geven, anders was ik zeker naar Amsterdam gegaan, naar Paradiso. Daar treedt Grace Jones op ter gelegenheid van haar zestigste verjaardag, een lustrum, want zij viert deze verjaardag voor de vijfde keer. Muziek uit de oude doos. Of eigenlijk, uit een oude doos, want ook Tina Turner heeft Huize Zonnewende verlaten om weer te gaan optreden. Tina wordt dit jaar zeventig en op zaterdag en zondag geeft zij concerten in het Gelredome als onderdeel van haar Tena Lady World Tour 2009.
Verder heeft de Heineken Music Hall de bijna 68-jarige Bob Dylan geboekt. Bob heeft nog niet zo lang geleden zijn fans gevraagd of zij hem konden uitleggen waar sommige van zijn songteksten ook alweer over gaan. Dit als voorbereiding op zijn Dementia 2009 Concert Tour. Ook de Rolling Stones schijnen weer op tournee te gaan. Zij zijn thans in onderhandeling met een bekend frisdrankmerk dat hun concerten moet gaan sponsoren. The Stones will be powered by coke. En het laatste nieuws is dat ook The Beatles weer gaan optreden...




maandag 16 maart 2009

De nieuwe broek

Ik ben zaterdag een nieuwe spijkerbroek gaan kopen. Voor je het weet is zo’n week alweer voorbij, nietwaar. Nadat ik een van de lokale kledingzaken was binnengelopen, werd ik aanstonds aangesproken door een leuke verkoopster. Of zij mij kon helpen, of dat ik gewoon even wilde rondkijken? Ik koos voor het laatste omdat ik anders weer allerlei moeilijke vragen moest beantwoorden. Zoals welke maat ik heb. Volgens mij heb ik helemaal geen maat, althans geen bestaande. Ook die labels in die broeken snap ik nooit, ook niet als zij me worden uitgelegd door een leuke verkoopster. Ik pas gewoon een stuk of vijftig broeken en dan zit er altijd wel een bij die min of meer past.
Zo ook deze keer. Tegen sluitingstijd had ik een best wel leuk model gevonden, een beetje een baggy broek, die zo laag hangt. Maar dat kan natuurlijk ook komen omdat ik geen heupen heb. Toen ik wilde afrekenen was de leuke verkoopster net bezig negenenveertig spijkerbroeken op te vouwen; ze riep mij toe dat zij er zo aankwam. Dat hoeft helemaal niet, stelde ik haar gerust. Hoezo niet, wilde zij weten. U hoeft er niet aan te komen, verduidelijkte ik, maar ik wil wel graag met u afrekenen. Nou, anders ik wel met u, was haar antwoord. Jawel, ook de leuke verkoopster was een snedig type.
Ik haalde mijn pinpas door het apparaat. Ik haalde nogmaals mijn pinpas door het apparaat, maar deze keer met de magneetstrip aan de goede kant. Ik toetste mijn code in, de leuke verkoopster pakte mijn broek in, ik keek haar afwachtend aan, zij mij vervolgens ook. Toen vroeg ik haar naar mijn geschenk. Welk geschenk, wilde de leuke verkoopster weten. Nou dat broekje, van die schrijver, dat je altijd gratis krijgt als je een bepaald bedrag besteedt... Bleek ik het allemaal weer verkeerd te hebben begrepen. Het was helemaal geen Broekenweek.

vrijdag 13 maart 2009

Class of 1984

Toen ik gisteren mijn avondcollege wilde gaan geven en ik mij met een bekertje koffie naar mijn lokaal begaf, werd mij daar de toegang ontzegd door een struise dame van de campuspolitie. De capo maakte mij duidelijk dat eten en drinken in dit lokaal ten strengste verboden was. Helemaal vergeten dat ik mij in het Warandegebouw bevond, waar de schoonmaakcampagne inmiddels zijn tweede week was ingegaan. Ik heb het eerste deel van het college toen maar vanuit de deuropening van mijn lokaal gegeven.
Het lege koffiebekertje heb ik in de grote groene glimmende afvalbak gedeponeerd. Waarvoor is die bak eigenlijk bestemd, als je hier toch niet mag eten en drinken? Van alle kanten wordt dit laatste aan de bezoekers duidelijk gemaakt. Borden aan de muur, stickers op de rugleuningen van de stoelen, overal dat verbodsbordje – een verkeersbordachtig symbooltje zodat het ook voor studenten die niet kunnen lezen duidelijk is dat ze hier niet mogen eten en drinken. Ik waande mij in een verhaal van George Orwell, Class of 1984.
Flesjes water mag je overigens weer wel mee naar binnen nemen. Tegen de uitdroging waarschijnlijk. Zeker bij saaie en droge colleges bestaat dat gevaar. Zou dan ook zoiets als Spa & Fruit zijn toegestaan? Of lijkt dat te veel op limonade? En Chrystal Clear sparkling lemon, mag dat? En een gewoon flesje water waaraan iets is toegevoegd, zoals ranja, of wodka?

Ik heb eens een meisje in een van mijn groepen gehad, dat tijdens het college broodjes zat te smeren. Kleine kuipjes halvarine (zij deed aan de lijn), kleine pakjes hagelslag, fruithagel, kuipjes jam – zij had het allemaal bij zich. Ik vond dat wel een gezellig gezicht. Na afloop van het college gooide het meisje de lege kuipjes en pakjes netjes weg en veegde de kruimels van haar tafeltje. Nee, niet op de grond, gewoon in haar hand en daarna in de prullenbak.
Is dit nu niet juist waar het allemaal om gaat? Dat studenten, en ook docenten, hun rommel achter zich opruimen? Zou dit laatste nu echt bevorderd worden door al die verbodsborden en stickers en controlerende capo’s? Of juist niet? Kun je studenten er niet gewoon op aanspreken dat ze hun rotzooi moeten opruimen? Omdat ze anders de volgende keer het college niet meer in komen?
Zolang ze na afloop de troep maar opruimen mogen studenten tijdens mijn colleges zo veel eten en drinken als ze willen. Dat stoort mij helemaal niet. Integendeel, etende studenten hebben als voordeel dat zij niet kunnen gaan zitten kletsen. Je mag namelijk niet met volle mond praten. Je kunt hooguit even vragen of iemand de boter wil doorgeven.

Natuurlijk zijn er ook bij mij grenzen. Tosti-ijzers en broodroosters zijn niet toegestaan. Anders komt er zo’n zware lucht in de collegezaal te hangen.

Excuses

De redactie van Univers heeft mij bij monde van een van haar redacteuren laten weten dat er “enkele taalfouten” in mijn stukje over de taaltoets zitten. Ik wil de lezers hiervoor mijn excuses aanbieden. Ik zal er in het vervolg op letten dat dit niet meer gebeurd.

woensdag 11 maart 2009

Legal Dutch

Vorige week bereiktte mij een mailtje van Kluwer, waarin reclame werd gemaakt voor een taaltoets voor studenten. Kluwer heeft namelijk het online taalprogramma Universiteitstaal ontwikkelt, waarmee het taalniveau van studenten kan worden gecontroleerd. Zodat je als docent onmiddelijk inzicht hebt in de mate waarin je studenten de nederlandse taal beheersen, aldus Kluwer. Zo’n programma lijkt mij enigszins overbodig. Je hoeft maar een rondje tentamens van eerstejaarsstudenten na te kijken en je weet voldoende. Het taalniveau is ver onder pijl.

Dit jaar was het taalgebruik van de eerstejaars bij een van onze tentamens nog slechter als het jaar daarvoor. Voor de goede orde: slechter als is tegenwoordig een correcte uitdrukking. Volgens het woordeboek is slechter als slechter als slechter dan, maar het mag. Terug nu naar die tentamens. Wat een toestand. Het lijkt wel of er maar wat op los geschreven word. Maar nu is daar dus Kluwer die dat programma heeft ontwikkelt. Daarmee kan niet alleen het aanwezige taalniveau van de studenten worden vastgestelt, maar kan dat niveau vervolgens ook via zelfstudietrajecten worden verbetert.

Het kost wel erg duur, dat programma. En ook komt het een beetje als mostert na de maaltijd, aangezien nu juist het Engels de voertaal van de universitaire gemeenschap aan het worden is. Niets voor niets is op de FRW aan het bestaande pakket vaardigheidstrainingen (het schrijven van een werkstuk, het houden van een referaat, het bezoeken van de biblioteek en het bedienen van koffie- en snoepautomaten) een vaardigheidstraining Legal English toegevoegt. Maar misschien kunnen we, speciaal voor al die eerstejaars, deze training beter laten voorafgaan door een cursus Legal Dutch.

maandag 9 maart 2009

Filosoftie

Afgelopen vrijdag was het dan zover: de finale van De Nieuwe Uri Geller Show! Omdat ik op vrijdagavond graag naar onnozele programma’s kijk, besloot ik dan ook op SBS6 af te stemmen. Het programma werd gepresenteerd door Dooske en dat zegt eigenlijk al genoeg. Voor alle zekerheid was echter ook Patty Brard ingehuurd om het kijkerspubliek duidelijk te maken dat het allemaal volslagen nep was. Zo overdreven en ongeloofwaardig als La Brard acteert, kunnen er maar weinig. In de jaren vijftig vormde Patty samen met Marga en José het in Nederland wereldberoemde damestrio Luv. Hoewel die tijden reeds lang achter ons liggen, waren om onduidelijke redenen op zeker moment alledrie de dames bij een act van een van de finalisten betrokken. Een groot deel ging gelukkig aan me voorbij omdat ik niet over breedbeeldtelevisie beschik, maar de geloofwaardigheid van de act daalde toen tot ver onder het nulpunt. Ik ben me gaan verschonen en hield het verder voor gezien.

Was dit nu het programma waarvoor in de krant was gewaarschuwd door een tweetal filosofen, van wie er één is verbonden aan de UvT? In het desbetreffende artikel schrijven de heren (ik zal geen namen noemen omwille van de nabestaanden) dat kinderen van rond de dertien niet zouden inzien dat de acts in Uri’s show “niet echt” zijn. Ik wist niet dat die kinderen zo laat mochten opblijven, maar goed.
Even later blijkt het gevaar echter een veel grotere groep kijkers te bedreigen, als de heren filosofen melden dat niet alleen kinderen maar ook tieners en jong volwassenen niet snel doorhebben dat een programma zoals dat van SBS6 een grote toneelvoorstelling is. Er gaat buitensporig veel tijd zitten om deze groep jonge mensen daarvan te overtuigen. Gehoopt mag worden dat ouders en onderwijzers zich niettemin vol overgave op deze nobele taak zullen storten.
Maar gelukkig staan de ouders en onderwijzers er niet alleen voor! Want zij krijgen hulp van.... SuperSoof! De redding van de wereld is nabij, zolang de mensheid maar het nut inziet van filosofie als structureel vak op middelbare scholen, zo blijkt. Door middel van richtinggevende leerstof zouden scholieren – en even later ineens ook al studenten – kunnen leren inzien dat al dat paranormale gedoe op tv alleen maar illusie is. De filosofen zullen ons helpen.

Ik heb niets tegen filosofie. En ook niets tegen filosofen. Ik ken zelfs enkele leden van dit gilde die ik zeer waardeer. Maar gaat het allemaal niet wat ver, wat dat droeve duo in de krant beweert? Zouden kinderen van nu, om maar te zwijgen van tieners en jong volwassenen, echt zo’n moeite hebben met een mentalistenshow als die van Uri Geller? En ligt er dan niet een heel eenvoudige oplossing voor de hand? Gewoon overschakelen naar een andere zender.
Hoewel, dan heb je natuurlijk wel kans dat je bijvoorbeeld terecht komt in een science fiction of een fantasy film. Moet je dan gaan uitleggen dat al die vreemd uitziende aliens niet echt zijn? En dat Darth Vader gewoon een heel aardige man is met aanleg voor astma? En moet je er ook niet even op wijzen dat Harry Potter niet op een bezemsteel kan vliegen, omdat hij daar te zwaar voor is? En dat orks helemaal geen hobbits opeten, dat ze die niet eens lusten?
Of stel dat je overschakelt naar een actiefilm, bijvoorbeeld met Steven Seagal, waarin je de botten zo mooi kunt horen kraken. Ga je dan uitleggen dat Steven die mensen niet echt in elkaar mept? Dat hij in wezen een vriendelijke man is die nog geen bloem kwaad doet omdat hij boeddhist is. En dat hij daarom ook alleen maar met losse flodders schiet. En dat zijn tegenstanders allemaal een goede ziektekostenverzekering hebben.

Als je daar aan moet beginnen, dan kun je de tv net zo goed uitzetten. Misschien is dat wel een idee, heren filosofen, gewoon uitzetten dat ding. Ik weet dat dit wel erg ver gaat, het is tenslotte vrijdagavond, maar probeer het eens. En laat de kinderen, de tieners en de jong volwassenen bijvoorbeeld eens een boek lezen. Jawel, een boek, gewoon doen! Deze week begint de boekenweek, dus dat is een mooie aanleiding. Boeken over dieren staan dit keer centraal, dat is lekker onschuldig, lijkt me. Wat vinden jullie van deze oplossing, heren? Natuurlijk wel even uitleggen dat Bolleke de Beer niet echt kan praten. Niet vergeten hoor!

donderdag 5 maart 2009

En er was licht...

Vorige week vrijdag werd het dan eindelijk bekend gemaakt. Aan weken van spanning en onzekerheid kwam een einde. De datum waarop in Tilburg de Week van de Fiets van start gaat, is 26 april. Dat is een zondag, houdt u hem vast vrij, want er vindt die dag een fietsbelconcert plaats. Ook de verdere week staat bol van de evenementen. Zo komt er een Wall of Frame bestaande uit fietsonderdelen, die bedoeld is als sculptuur. En een opstapdag voor speciale fietsen, zoals de ligfiets en de bakfiets, en bij slecht weer ook de waterfiets. Bedoeling is wel dat de bezoekers op de fiets komen. En dus controleerde ik nog diezelfde dag mijn rijwiel.

De conditie van dat rijwiel bleek minder gebrekkig te zijn dan die van zijn berijder. Alleen het lichtje van de voorlamp was kapot. Of het lampje van het voorlicht, dat kan ook. Hoe hard ik ook draaide, trok en vloekte, ik kreeg de lamp niet open. Normaal gesproken zou ik in een geval als dit de boel dan maar bewust de vernieling in hebben gedraaid. Zelfbeheersing is op zo’n moment niet mijn sterkste kant. Nu wist ik me echter in te houden en ik besloot naar de fietsenmaker te gaan. Het was vrijdag, vijf uur in de middag. De jongste bediende van de fietsenwinkel tevens rijwielreparatie kreeg de voorlamp ook niet open, hoe lang hij er ook naar keek. En dus moest mijn tweewieler “in reparatie” worden genomen. Hij zou de dag daarna klaar zijn.

De dag daarna, zaterdag rond een uur of vier, meld ik mij in de fietsenwinkel. Er is slechts één andere klant, die door de vrouw van de eigenaar terzijde wordt gestaan bij het bekijken van alle aanwezige rijwielen. Ik meld mij bij de jongste bediende voor mijn fiets – de fiets van Broers, met dat kapotte voorlampje. Hij kijkt mij aan, hangend aan de toonbank, hij herkent mij. Nee, ze zijn nog niet aan mijn fiets toegekomen, dat wordt maandag. Niet aan toegekomen? Aan het vervangen van een lampje? Ik zeg dit natuurlijk niet, want het is de enige fietsenmaker in de buurt, dus ik lach de jongen vriendelijk toe. Prettig weekend, mijnheer.

Als ik op maandag tegen sluitingstijd opnieuw het pand betreed, tref ik het. De eigenaar zelf is aanwezig, leunend op de toonbank, in een verder lege winkel. De fiets van Broers zegt u? Ja, die zou vandaag klaar zijn, die met dat voorlampje dat het niet meer deed. De eigenaar kijkt mij onbewogen aan. Dat kan helemaal niet, mijnheer, op maandag verrichten wij nooit reparaties. Reparaties? Reparaties? Het gaat om het vervangen van een fietslampje... Maar ik mag morgen terugkomen van de eigenaar, dan is de fiets zeker klaar.

En inderdaad, als ik dinsdag rond de klok van vijf de mij inmiddels zo vertrouwde winkel binnenstap, is de fiets klaar. De eigenaar blijkt hem zelf te hebben gerepareerd. Hij heeft niet alleen het kapotte voorlampje vervangen, maar ook het batterijtje van het achterlicht vernieuwd omdat dat slijtage vertoonde. Wat een service toch, hartverwarmend. Ook van de rekening krijg ik het warm – voorlampje 1 euro, bijdrage verwijderingskosten 1 euro, batterij 1 euro, en arbeidsloon 22 euro. Maar wat kan mij het allemaal schelen, ik heb mijn fiets terug! En zo fiets ik naar huis, opgelucht en verlicht, van voren en van achteren. Thuis aangekomen krijg ik het achterlicht niet meer uit. Het brandt nu nog.

maandag 2 maart 2009

Wil jij geen schone campus?

“Campagne tegen troep in collegezalen”, kopte het Univers van 19 februari. Ik dacht even dat het ging om de kwaliteit van het aangeboden onderwijs, maar nee, het betrof de rommel die studenten achterlaten in de collegezalen. In de maand maart zal daarom campagne worden gevoerd om dan tenminste één gebouw vrij van etensresten, drinkensresten en andere resten te houden.

Het vorige initiatief van de campagnevoerders had helaas niet tot het gewenste resultaat gevoerd. En het was nog wel zo’n aardig initiatief. Achterliggende gedachte was dat studenten best wel bereid waren om rommel op te ruimen. Dit was op zich al een heel orginele en positieve gedachte. Maar het werd nog leuker. Deze studenten zouden namelijk minder snel geneigd zijn deze rotzooi op te ruimen als er – zoals nu – een verbod was om in de collegezalen te eten en te drinken. Dan worden ze blijkbaar een beetje dwars, dat kun je hebben met studenten. En dus, om dat te voorkomen, moest het verbod worden opgeheven!
Kijk, dat vind ik nou nog eens een aardige benaderingswijze. Zo zou je ook de strafbaarstelling van moord en doodslag kunnen opheffen om zo het aantal zware geweldsdelicten te verminderen. Mensen zijn immers best bereid om elkaar niet de hersens in te slaan, al was het alleen maar om de troep die dat geeft. En dat rookverbod zou dan helemaal moeten worden afgeschaft, zeker op de campus, die daardoor tevens een stuk schoner zal worden. Maar helaas, dit alles heeft niet mogen zijn. En dus wordt er nog steeds gemoord, gerookt en rotzooi gemaakt.

Niet getreurd echter want nu is er een nieuw initiatief, een nieuw plan van aanpak, volledig geconcentreerd op één enkel gebouw, het Warandegebouw. Als dat schoon is, zullen een voor een de andere gebouwen aan de beurt komen. Om de voorjaarsschoonmaak van gebouw W op te starten komt er een heuse campagne om de niet onwelwillende studenten te prikkelen. Met een echte slogan: Wil jij geen schone campus? En er komen anti-rommelmaatregelen. En opvallende afvalbakken. En posters. En stickers die worden uitgedeeld. Stickers? Waar zouden de studenten die nou op gaan plakken...

donderdag 26 februari 2009

Wie is De Mol?

Toen ik laatst over de zenders heen zapte, dacht ik even dat ik in een aflevering van X Factor terecht was gekomen, of in een herhaling van Popstars of zo. Maar het waren echte verstandelijk gehandicapten. Verstandelijk gehandicapten leveren namelijk altijd “leuke en mooie tv” op, aldus een woordvoerder van het productiebedrijf van Paul de Leeuw. En Paul kan het weten want die introduceerde dit genre destijds in zijn programma De Schreeuw van de Leeuw. De ouderen onder u zullen zich dat programma nog wel weten te herinneren. Die gehandicapten waren zo leuk, en mooi ook, het verschil met de andere gasten was bijna niet te zien.

Vervolgens kregen we Big Brother en De Gouden Kooi waarin ons een blik werd gegund op de dagelijkse beslommeringen van echt zwaar gestoorden. In een heuse woongroep trachtten zij er het beste van te maken en dat lukte ze heel aardig. Wel goed dat er een hek omheen stond. En nu is er dan de immer blije en glunderende Peter van der Worst die zich in zijn programma Van der Worst ziet sterren laat bijstaan door een drietal zwakbegaafde assistenten. Opnieuw leuke en mooie televisie, met echt ontroerende momenten. Zoals toen Wendy van Dijk tegen een van die zwakbegaafden zei dat haar borsten één week per maand een cupmaat groter waren. De assistent begon er spontaan van te kwijlen.

Maar de mooiste en de leukste beelden levert toch wel het nieuwe programma van Johnny de Mol op. Wat een natuurtalent, die Johnny, zo spontaan! Zoals die in Down met Johnny ronddartelt met andere verstandelijk gehandicapten is gewoon aandoenlijk om te zien. Kijk ze samen lachen en huilen en zingen en spelen en praten. Echt te gek. Er is ook een leuke prijsvraag voor de kijkers: Wie is De Mol?