dinsdag 23 juni 2009

Heb ik weer...

Wat heb ik toch een spannend leven. Zo was ik gisteren bijvoorbeeld lekker bezig een grote berg mailtjes van studenten te beantwoorden: Mijnheer, wanneer is de inzage van het tentamen? Vorige week donderdag. Mijnheer, kunt u een aanbevelingsbrief voor mij schrijven want ik ga een jaar in het buitenland studeren; ik heb in 2006 college bij u gelopen, ik zat altijd een beetje achter in de zaal. Dat is goed, maar kun je dan misschien wat meer over jezelf vertellen? Mijnheer, heeft u mijn pen gevonden? Het is een blauwe Parker en volgens mij ben ik die op school verloren. Welke school bedoel je precies? En zo meer. Het is arbeidsintensief maar dankbaar werk.

Toen, plotseling, een akelig fluitende toon. Waar kwam die zo ineens vandaan? Het was niet de vaatwasmachine waarvan onze gezellige koffie & keukenfaciliteit is voorzien. Die stond rustig te wassen en te spoelen, zo merkte ik toen ik het deurtje open deed en het water naar buiten gulpte. Alras werd mij duidelijk wat dat gefluit dan wèl was: het was het brandalarm! Ik begon dan ook meteen paniekerig rond te rennen en opgewonden te roepen en te schreeuwen, zoals het hoort bij calamiteiten, maar dat bleek niet nodig te zijn want het was een oefening. Rustig begaf ik mij daarop via de trap naar beneden. Onderweg kwam ik mijn goede collega Hans P tegen, met wie ik altijd aan borrels en brandoefeningen deelneem, en wij vluchtten gezellig samen het gebouw uit.
Buiten werden wij opgevangen door een trauma team. Hier is nog wel enige verbetering wenselijk, dunkt me. Waar was de koffie? En de deken die je in films altijd om je schouders krijgt? En de dames van de reanimatie? Niets van dit alles. Toch was het al een hele verbetering vergeleken met de vorige oefening. Toen was er niet eens een trauma team en zijn Hans P en ik in dolle paniek weggevlucht (wij gaan altijd erg op in onze rol) en zo op het terras van de Esplanade terecht gekomen. Het schuim stond ons op de lippen. Nu werden wij echter bekwaam opgevangen. Het was trouwens ook niet echt weer voor een terrasje.
Het nablussen heb ik dan ook maar ’s avonds thuis gedaan. Daarna deed ik gewoontegetrouw nog wat huishoudelijk dingetjes; ik ruimde de lege flessen op, laadde de vaatwasmachine in, gooide chipszakken en popcornbekers weg, at de resterende toastjes op, en de kaas, en de worst, en ging toen naar bed. Een mooi einde van weer een spannende dag. Al spoedig was ik in slaap en droomde ik een mooie, studentloze droom.

Toen, plotseling, een akelig fluitende toon. Brand! – schoot het door mij heen en samen met mijn dvd-collectie, mijn vrouw, de kinderen en de huisdieren vluchtte ik de trap af. Beneden aangekomen bleek het echter de vaatwasmachine te zijn. Die was ermee opgehouden. Toen ik het deurtje open deed, bleek hij wel reeds te hebben gespoeld. Mijn vrouw en kinderen hebben de hele nacht staan dweilen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten