dinsdag 7 april 2009

Jerney Kaakman

Weet je wat ik het liefst zou willen. In de wetenschap. Dat ik van de poot van een sprinkhaan alles af wist. De spieren en pezen, de bloedsomloop, het zenuwstelsel. (...) Over zo’n nietig onderwerp een proefschrift schrijven van tweehonderd pagina’s. (Jan Wolkers, De Kus, 1977).

Jan kon het zo mooi zeggen. Dat mensen blijkbaar op allerlei onderwerpen kunnen promoveren. En dat ze het nog doen ook. Zo promoveerde korte tijd geleden een psychologe aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift over spieren en pezen, zij het niet die van een sprinkhaan maar van een mens. Zij had onderzoek gedaan naar het gebruik van Botox en de schadelijke gevolgen daarvan voor de menselijke psyche.
Ik dacht dat botoxmensen juist heel blije mensen waren, met een rimpelloos bestaan, een leven waarin nooit een plooitje hoefde te worden gladgestreken. Maar er schijnen dus ook bijwerkingen te kunnen optreden. Uit het proefschrift blijkt namelijk dat botoxmensen met hun gezicht geen gevoel van walging tot uitdrukking kunnen brengen. Als je geen uiterlijke walging kunt tonen, leidt dat tot negatieve emoties die op den duur tot een negatieve levenshouding kunnen voeren.

Ik moest hier aan denken toen ik vorige week op tv een programma zag met daarin een buikspreekpop die sprekend op Jerney Kaagman leek. Het bleek Jerney Kaagman zelf te zijn. Zij heeft zich zo overdadig laten botoxen dat ze alleen haar onderkaak nog een beetje kan bewegen. Jerney Kaakman dus eigenlijk. Zij werd geridderd wegens haar verdiensten voor de Nederlandse muziek. Uiterlijk onbewogen liet de antieke muziekdoos alles over zich heenkomen. Geen spoor van enige emotie. Zou zij aan het walgen zijn? Vond ze de versierselen misschien niet zo mooi? Of was ze juist heel erg blij? Want ook dat kun je natuurlijk niet uiten als je je gezicht hebt laten straktrekken.
Is dat eigenlijk niet veel erger: dat je je positieve gevoelens dan niet kunt uiten? Dat je niet kunt lachen, geen blij gezicht kunt trekken, geen grijns of een glimlach, geen schalkse knipoog, of een blij-verrast optrekken van de wenkbrauwen? Daar wordt iemand toch veel depressiever van dan van het niet kunnen uiten van negatieve gevoelens? Misschien wel een idee voor die mevrouw in de psychologie. Kan zij over een paar jaar komen met een vervolg op haar proefschrift, waarin zij aantoont dat het niet kunnen tonen van positieve gevoelens ook leidt tot een negatieve levenshouding. En dat dat nog veel méér schade aan de menselijke psyche toebrengt dan het niet kunnen tonen van negatieve emoties.

Intussen raad ik alle botoxmensen aan om toch een manier te vinden om hun gevoelens – van welke aard dan ook – tot uitdrukking te brengen. In geval van walging, irritatie, haat of woede kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het slaan, stompen of schoppen tegen het voorwerp of het wezen dat aanleiding heeft gegeven tot deze negatieve stemming. Spugen mag ook. En blijdschap, dankbaarheid, vrolijkheid en verliefdheid kunnen dan bijvoorbeeld worden getoond door het strelen, knuffelen, aaien, kroelen, kussen of likken van het subject of object dat deze gemoedsgesteldheid heeft teweeggebracht. Het gebruik van koosnamen en verkleinwoorden kan ook worden aanbevolen.
Schreeuwen, roepen, gillen, krijsen en soortgelijk krachtig gebruik van het spreekorgaan dient daarentegen ten stelligste te worden ontraden. Dit in verband met het gevaar voor verrekking of zelfs scheuring van de gelaatsspieren. Dat leidt namelijk weer tot heel negatieve gevoelens. Ik hoop dit alles binnenkort nader uit te werken en toe te lichten in het Broers Botox Boek. Wordt ongetwijfeld een bestseller. Ik denk dat ik het eerste exemplaar aan Jerney zal aanbieden. Wat zal ze blij zijn. Althans, dat zal ik dan maar aannemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten