maandag 20 april 2009

Wall of Fame

Het is een tijdje geleden dat ik voor het laatst iets van me heb laten horen op deze blog. Druk-druk-druk. Colleges, tentamens, werkstukken, voordrachten, vergaderingen – erg veel gewerkt dus, ook in de tuin. En ook veel te gespannen om te schrijven. Aanstaande woensdag is het namelijk weer zo ver: DE BESTE DOCENT VERKIEZINGEN VAN DE FRW ! Voor de zestiende keer alweer. Slik. Ik ben genomineerd voor de hoofdprijs. En voor nog twee andere prijzen: Docent met de leukste schoenen en Docent die het meest transpireert. Het zweet breekt me nu al uit. Stel voor dat ik win...
De laatste jaren begeef ik me met lood in mijn leuke schoenen naar de prijsuitreiking. Boekenbonnen, bioscoopbonnen en bonbonnen zijn mij menig maal ten deel gevallen, evenals vulpennen, balpennen en breipennen. Staafmixers, sapcentrifuges en eierwekkers. Boeken over Zelf Brood Maken, Alle Vlaggen van de Wereld en 100 Heerlijke Sushi Gerechten. Ik kan mij heel goed voorstellen dat mijn collega’s ook eens willen winnen, dat zij ook eens met zulke mooie prijzen willen thuiskomen (“Kijk eens wat ik heb gewonnen, een broodbakmachine – denk ik”). Als ik een van mijn collega’s was, zou ik onderhand een beetje uitgekeken raken op mij. Zo ben ik wel.
Zal ik me niet terugtrekken, denk ik soms; gewoon niet meer meedoen aan die verkiezingen, zodat anderen ook eens in de spotlights komen te staan, en in de bloemetjes worden gezet – want bloemen krijg je dus ook al. Gewoon niet meer meedoen, uit respect voor alle docenten die ook goed onderwijs geven, misschien nog wel beter. Maar als ik mij zou terugtrekken, heeft dat dan niet iets arrogants? Iets neerbuigends? Iets aanmatigends? Zo van: als ik meedoe, winnen jullie toch nooit. Of: met zulke zwakke tegenstanders is er voor mij ook geen lol meer aan. Dan bereik ik juist het tegenovergestelde van wat ik met mijn gebaar duidelijk wil maken. Dus misschien is het maar beter om me juist niet terug te trekken, uit respect voor mijn collega-docenten.

Intussen heb ik dit jaar getracht om zo min mogelijk mijn best te doen om de beste te worden. Tijdens mijn colleges sprak ik sneller dan het geluid. Ik bediende mij van onbegrijpelijke zinsconstructies, niet-bestaande woorden en Latijnse uitdrukkingen. Ik gebruikte geen blackboard, geen sheets, ik schreef bijna niets op het bord en zeker niets leesbaars. Ik stuurde studenten de zaal uit: de één omdat hij lachte om iets wat ik zei, een ander omdat hij zijn pen liet vallen, en weer een andere omdat hij een vraag stelde over de bestudeerde stof. En toch ben ik weer genomineerd.

Maar dat wil natuurlijk nog niks zeggen. Misschien word ik wel gewoon tweede. Of derde...

Mocht ik toch een eerste plaats behalen, dan krijg ik weer een mooie oorkonde. Die hang ik dan bij mijn andere mooie oorkonden. Dat wordt weer boren. Er zitten onderhand zo veel gaten in mijn wall of fame dat het wel de muur van een executieplaats lijkt. En de huizen dalen toch al zo in waarde. Er zitten bijna meer gaten in die muur dan in Julius Caesar toen hij werd vermoord.
(Misschien wel een leuke vraag voor de Roman Pub Quiz, volgende week maandag: hoeveel gaten zaten er in Caesar nadat hij was neergestoken? Natuurlijke lichaamsopeningen niet meegerekend).

Zou ik al die oorkonden niet mogen inruilen voor een standbeeld?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten