Vorige week vrijdag werd het dan eindelijk bekend gemaakt. Aan weken van spanning en onzekerheid kwam een einde. De datum waarop in Tilburg de Week van de Fiets van start gaat, is 26 april. Dat is een zondag, houdt u hem vast vrij, want er vindt die dag een fietsbelconcert plaats. Ook de verdere week staat bol van de evenementen. Zo komt er een Wall of Frame bestaande uit fietsonderdelen, die bedoeld is als sculptuur. En een opstapdag voor speciale fietsen, zoals de ligfiets en de bakfiets, en bij slecht weer ook de waterfiets. Bedoeling is wel dat de bezoekers op de fiets komen. En dus controleerde ik nog diezelfde dag mijn rijwiel.
De conditie van dat rijwiel bleek minder gebrekkig te zijn dan die van zijn berijder. Alleen het lichtje van de voorlamp was kapot. Of het lampje van het voorlicht, dat kan ook. Hoe hard ik ook draaide, trok en vloekte, ik kreeg de lamp niet open. Normaal gesproken zou ik in een geval als dit de boel dan maar bewust de vernieling in hebben gedraaid. Zelfbeheersing is op zo’n moment niet mijn sterkste kant. Nu wist ik me echter in te houden en ik besloot naar de fietsenmaker te gaan. Het was vrijdag, vijf uur in de middag. De jongste bediende van de fietsenwinkel tevens rijwielreparatie kreeg de voorlamp ook niet open, hoe lang hij er ook naar keek. En dus moest mijn tweewieler “in reparatie” worden genomen. Hij zou de dag daarna klaar zijn.
De dag daarna, zaterdag rond een uur of vier, meld ik mij in de fietsenwinkel. Er is slechts één andere klant, die door de vrouw van de eigenaar terzijde wordt gestaan bij het bekijken van alle aanwezige rijwielen. Ik meld mij bij de jongste bediende voor mijn fiets – de fiets van Broers, met dat kapotte voorlampje. Hij kijkt mij aan, hangend aan de toonbank, hij herkent mij. Nee, ze zijn nog niet aan mijn fiets toegekomen, dat wordt maandag. Niet aan toegekomen? Aan het vervangen van een lampje? Ik zeg dit natuurlijk niet, want het is de enige fietsenmaker in de buurt, dus ik lach de jongen vriendelijk toe. Prettig weekend, mijnheer.
Als ik op maandag tegen sluitingstijd opnieuw het pand betreed, tref ik het. De eigenaar zelf is aanwezig, leunend op de toonbank, in een verder lege winkel. De fiets van Broers zegt u? Ja, die zou vandaag klaar zijn, die met dat voorlampje dat het niet meer deed. De eigenaar kijkt mij onbewogen aan. Dat kan helemaal niet, mijnheer, op maandag verrichten wij nooit reparaties. Reparaties? Reparaties? Het gaat om het vervangen van een fietslampje... Maar ik mag morgen terugkomen van de eigenaar, dan is de fiets zeker klaar.
En inderdaad, als ik dinsdag rond de klok van vijf de mij inmiddels zo vertrouwde winkel binnenstap, is de fiets klaar. De eigenaar blijkt hem zelf te hebben gerepareerd. Hij heeft niet alleen het kapotte voorlampje vervangen, maar ook het batterijtje van het achterlicht vernieuwd omdat dat slijtage vertoonde. Wat een service toch, hartverwarmend. Ook van de rekening krijg ik het warm – voorlampje 1 euro, bijdrage verwijderingskosten 1 euro, batterij 1 euro, en arbeidsloon 22 euro. Maar wat kan mij het allemaal schelen, ik heb mijn fiets terug! En zo fiets ik naar huis, opgelucht en verlicht, van voren en van achteren. Thuis aangekomen krijg ik het achterlicht niet meer uit. Het brandt nu nog.
Chicken
-
A missing ‘t’.
I joined the kip
on the slab.
I did pull-ups
on the wish bone.
As the vlees
slid off, I fell in love
with my own face,
ook ook ook.
The breas...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten