vrijdag 26 juni 2009

Biertje?

Dit is mijn vijftigste blog voor de elektronische Univers. Vijftig! Een jubileum. Wie had dat kunnen denken – dat ik over zoveel fantasie beschik om er zoveel te schrijven. En dan ook nog zulke goede. En scherpe. En leuke. Het is me toch wat. Gisteren nog benaderde mij een studente. Zij wierp zich ter aarde en omvatte mijn knieën. Zulke dingen gebeuren mij vaak. Hoe komt het toch dat u zo grappig bent, vroeg ze mij. Tsja, antwoordde ik, hoe komt dat... Hoe komt het dat jij dat niet bent? Om dit snedige antwoord moesten wij beiden hartelijk lachen. Ach, het is een gave. En die deel ik graag met de mensen.

En er komen ook steeds meer mensen om die mee te delen. Ik las gisteren in de Univers (want die lees ik) dat er een sterke stijging van het aantal vooraanmeldingen is van mensen die op de UvT een studie willen aanvangen. Maar liefst 1928 stuks deze keer. Vooral economen maar daar doen we niet moeilijk over. En of dit mooie aantal nog niet genoeg is, is er een alleraardigst initiatief opgestart om nog meer jongeren over de streep te trekken. Namelijk: Thuis in Tilburg. Middelbare scholieren die Tilburg als studentenstad willen leren kennen, kunnen een etmaal lang de sfeer proeven middels een verblijf in een echt studentenhuis, het zogeheten T-huis.
In dat huis wordt de aspirant-student ontvangen door een van de vier vaste bewoners. Wat deze gastvrouwen en –heren doen? “Ze laten hun gewone leven zien; dat ze naar een hockeywedstrijd gaan of een Plato-avond”, aldus een woordvoerster. Een hockeywedstrijd. En een Plato-avond. Ik dacht dat het studentenleven er heel anders uitzag. Er is blijkbaar veel veranderd sinds mijn tijd. De verdere activiteiten omvatten een dagje winkelen, samen koken, en – ja hoor – toch ook nog een avondje stappen. Zouden ze dit laatste dan T-drinken noemen? Voelt u de woordspeling? Er is helaas maar één T-huis met maar één gastenkamer, dus er moet rekening worden gehouden met wachttijden.

Misschien wel een leuk idee dat de bezoekers van het huis ook een excursie aangeboden krijgen naar de universiteit, omdat dat toch voor veel studenten een soort van ontmoetingsplaats is. Zij kunnen dan een wandeling maken over de campus, met andere wandelaars een gesprekje voeren, en als afsluiting nog gezellig een biertje gaan drinken in de Esplanade. Daar hebben ze hun prijslijst een extra studentikoos karakter gegeven. Wat bijvoorbeeld te denken van een vaasje Dommelsch voor 1,46 euro? Een flesje Jupiler voor 1,94 euro? Of een glas Hertog Jan voor 1,84? Met deze warme dagen zal het Hoegaarden rosébier van 2,06 euro het ook heel goed doen. Voor degenen die van iets sterkers houden is er de Duvel voor 3,44 euro. Gelieve gepast te betalen want aan wisselgeld is een groot T-kort.

dinsdag 23 juni 2009

Heb ik weer...

Wat heb ik toch een spannend leven. Zo was ik gisteren bijvoorbeeld lekker bezig een grote berg mailtjes van studenten te beantwoorden: Mijnheer, wanneer is de inzage van het tentamen? Vorige week donderdag. Mijnheer, kunt u een aanbevelingsbrief voor mij schrijven want ik ga een jaar in het buitenland studeren; ik heb in 2006 college bij u gelopen, ik zat altijd een beetje achter in de zaal. Dat is goed, maar kun je dan misschien wat meer over jezelf vertellen? Mijnheer, heeft u mijn pen gevonden? Het is een blauwe Parker en volgens mij ben ik die op school verloren. Welke school bedoel je precies? En zo meer. Het is arbeidsintensief maar dankbaar werk.

Toen, plotseling, een akelig fluitende toon. Waar kwam die zo ineens vandaan? Het was niet de vaatwasmachine waarvan onze gezellige koffie & keukenfaciliteit is voorzien. Die stond rustig te wassen en te spoelen, zo merkte ik toen ik het deurtje open deed en het water naar buiten gulpte. Alras werd mij duidelijk wat dat gefluit dan wèl was: het was het brandalarm! Ik begon dan ook meteen paniekerig rond te rennen en opgewonden te roepen en te schreeuwen, zoals het hoort bij calamiteiten, maar dat bleek niet nodig te zijn want het was een oefening. Rustig begaf ik mij daarop via de trap naar beneden. Onderweg kwam ik mijn goede collega Hans P tegen, met wie ik altijd aan borrels en brandoefeningen deelneem, en wij vluchtten gezellig samen het gebouw uit.
Buiten werden wij opgevangen door een trauma team. Hier is nog wel enige verbetering wenselijk, dunkt me. Waar was de koffie? En de deken die je in films altijd om je schouders krijgt? En de dames van de reanimatie? Niets van dit alles. Toch was het al een hele verbetering vergeleken met de vorige oefening. Toen was er niet eens een trauma team en zijn Hans P en ik in dolle paniek weggevlucht (wij gaan altijd erg op in onze rol) en zo op het terras van de Esplanade terecht gekomen. Het schuim stond ons op de lippen. Nu werden wij echter bekwaam opgevangen. Het was trouwens ook niet echt weer voor een terrasje.
Het nablussen heb ik dan ook maar ’s avonds thuis gedaan. Daarna deed ik gewoontegetrouw nog wat huishoudelijk dingetjes; ik ruimde de lege flessen op, laadde de vaatwasmachine in, gooide chipszakken en popcornbekers weg, at de resterende toastjes op, en de kaas, en de worst, en ging toen naar bed. Een mooi einde van weer een spannende dag. Al spoedig was ik in slaap en droomde ik een mooie, studentloze droom.

Toen, plotseling, een akelig fluitende toon. Brand! – schoot het door mij heen en samen met mijn dvd-collectie, mijn vrouw, de kinderen en de huisdieren vluchtte ik de trap af. Beneden aangekomen bleek het echter de vaatwasmachine te zijn. Die was ermee opgehouden. Toen ik het deurtje open deed, bleek hij wel reeds te hebben gespoeld. Mijn vrouw en kinderen hebben de hele nacht staan dweilen.

maandag 22 juni 2009

De ballen van Albron

Albron moet vertrekken. De klanttevredenheid (mooi woord) laat te wensen over. Lees: die is nog slechter dan het jaar daarvoor. De druppel die de emmer wellicht heeft doen overlopen, waren die plastic mesjes in de mensa. Dat was ook wel een heel erg sneue vertoning. Ze waren wel scherper dan de gewone messen, die door Albron waarschijnlijk zijn doorverkocht aan een gekkenhuis – dit zodat de gekken zichzelf of elkaar niet kunnen snijden tijdens het eten. Ook houdt Albron er van die rare verkooptechnieken op na. Dat de bezoekers van de mensa de luxe, dure producten welhaast moeten kopen, omdat de betaalbare voeders waar de gewone mensen en ik het mee moeten doen, grotendeels onder en achter de counters en kasten zijn verstopt.
Zelf vind ik de maaltijden van Albron evenwel niet slechter dan die van vorige voedselverstrekkers, maar ik sta dan ook niet bekend om mijn verfijnde smaak. Ik heb eigenlijk alleen moeite met de kipsaté, die het tot een derde plaats in mijn persoonlijke Top Drie van Heel Erg Vieze Dingen heeft gebracht, en waar ik het verder liever niet over wil hebben. Trouwens, ook de bitterballen van Albron liggen nogal zwaar op de maag. Toen ik vorige week een keer met mijn vriendin en mijn andere vriendin aan de borrels en bitterballen ging in de Esplanade, is me dat althans niet goed bekomen. Maar dat kan ook te maken hebben gehad met het aantal ballen dat per portie wordt geserveerd.
Ook weer zo’n rare verkooptechniek van Albron. Een portie bitterballen bestaat uit acht stuks. En wij waren zoals gezegd met drie personen, dus dat komt niet uit, dan wordt er iemand tekort gedaan want toevallig hadden wij geen van drieën een balansdag op dat moment. En er mag kennelijk geen negende bal in de frituur worden gegooid. Dat is toch wel bitter (dit is een woordspeling). Dus dan moet je een tweede portie bestellen, maar dat maakt de boel alleen maar erger, want dan zit je op zestien ballen en worden er dus twee personen tekort gedaan, namelijk mijn beide vriendinnen. Wij bestelden derhalve drie porties, met in het totaal vierentwintig ballen.
Omdat het numerieke evenwicht vervolgens door één of meer personen uit het oog werd verloren, kwam het aantal ballen weer niet goed uit. Wij waren derhalve gedwongen een vierde portie te bestellen om de ondervoeden onder ons te compenseren. Dat slaagde maar ten dele. Of eigenlijk niet. Vervolgens kan ik mij nog een vijfde, zesde en zevende portie ballen herinneren, maar helemaal goed is het niet meer gekomen. Met mijn maag ook niet. Vreemd is wel dat beide anderen daar helemaal geen last van hadden.

vrijdag 19 juni 2009

Vraagje

- Hallo mijnheer, ik heb een vraagje: waarom heb ik hier geen punten voor?
- Omdat het antwoord fout is.
- Ja, maar eerst had ik het goed. Kijk maar hier, daar staat het.
- Dat kan best, maar dat heb je doorgestreept.
- Jawel, maar het stond er wel. Als je het blaadje tegen het licht houdt, kun je het nog zien staan. Kijk maar.
- Oké, weet je wat, dan geef ik je daar één punt voor, omdat het er eerst goed stond. Want ik wil onderhand naar huis. Het is half tien – en de inzage van het tentamen zou maar tot vijf uur duren.
- Eén punt? Is dat niet wat weinig? Daar heb ik niks aan.
- Anderhalf dan?
- Nou, goed dan. Het houdt nog niet over, maar vooruit.
- Oké, fijn, even de punten opnieuw optellen... Dan heb je nu een drie-en-een-half als eindcijfer.
- En dan had ik nog een vraagje...

donderdag 18 juni 2009

The final countdown...

Nog één uur en veertig minuten en nog wat seconden. De countdown is begonnen. De final countdown wellicht. De barricade zal het denk ik wel een tijdje houden. Direkt nog wel even de studentassistenten wat moed gaan inspreken, want die ogen erg gespannen. Nu alvast maar even mijn uitrusting controleren. Heb ik alles? Volgens mij wel. Verband, pleisters, jodium. Teflon vest. Helm. Stun gun. Stroomstok, wapenstok, pepper spray. Traangas hoeft niet – de meesten zullen wel uit zichzelf gaan huilen. Niet vergeten tissues mee te nemen! Het is vandaag inzage van het tentamen. Het tentamen is slecht gemaakt.

Dat zullen veel studenten ook wel hebben gevonden, dat het tentamen slecht was gemaakt, dat het namelijk niet goed in elkaar was gezet. Vooral studenten met lage punten zullen dat wel hebben gevonden. Ik kan me dat heel goed voorstellen. Dat is ook vervelend. Dan geef je goede antwoorden, ècht goede antwoorden, die je ook nog eens foutloos neerschrijft, met een minimum aan doorhalingen – en dan kloppen de vragen niet. Die blijken dan helemaal niet aan te sluiten – maar dan ook echt helemáál niet – op de antwoorden die jij met zoveel zorg hebt opgeschreven.

Maar goed, hopen dan maar op het hertentamen. Misschien kun je daar die antwoorden wel kwijt. Als de vragen dan tenminste beter zijn. Iets in de trant van: “Vertel iets leuks over de Romeinen, en maak daar zelf een leuke vraag bij. De leukste inzending wordt beloond met een leuk cadeautje”.

dinsdag 16 juni 2009

Rectificatie

Een lezer met oog voor detail heeft mij erop gewezen dat de hond van Hitler waarover ik gisteren schreef, niet Blondie maar Blondi heette. Hiervoor mijn dank. Ik was even in de war met de Amerikaanse softpunk groep Blondie, met die platinablonde zangeres Deborah Herrie, die indertijd meer indruk op mij maakte dan haar muziek. Enig naspeurwerk heeft mij inmiddels geleerd dat Adolf H. vóór Blondi ook al een herdershond had, genaamd Prinz. (Niet te verwarren met Prince, want dat is een soort zanger, ook al uit Amerika). Ganz tol was? Op die tentamenvraag over die hond zijn dus meerdere antwoorden mogelijk. Dat moet eigenlijk zijn ‘meer antwoorden’ want ‘meerdere’ is volgens het woordenboek een lelijk germanisme – maar dat is in dit verband wel toepasselijk.

Voortgezet Kleuter Onderwijs

De Tilburgse rechtenfaculteit waakt over het academische gehalte van haar opleidingen. Daar is zelfs een heuse commissie voor in het leven geroepen. Maar de juristen staan natuurlijk niet alleen in hun strijd voor het behoud van academische vaardigheid en waardigheid. Ook aan andere faculteiten wordt van alles ondernomen om de Tilburgse studenten tot ware academici te maken. Zo kregen wij reeds videocolleges (zucht) en sms-colleges (zucht), en nu dient zich alweer iets nieuws aan: stripboeken! Een hoogleraar Global sourcing (kreun) van de bachelor-opleiding Information management heeft een stripverhaal gemaakt, een comic book waarmee hij zijn onderwijs wil gaan verzorgen. ‘Een plaatje zegt meer dan duizend woorden’, stelt hij, ’en zo kom je eerder toe aan een verdieping in de studiestof’.

Zou het echt? Zou het heus? Ik las laatst ergens dat een echte academicus een kader moet kunnen opbouwen van waaruit hij zijn werkzaamheden kan beschouwen en beoordelen. Dat wordt dan een heel klein kadertje, als je de afmetingen van zo’n plaatje in een stripboek bekijkt. En in de tekstballonnetjes staat dan de relevante tekst die tot de gewenste verdieping moet gaan voeren. Erg veel tekst past er niet in zo’n ballonnetje, dus je komt veel dichter bij de belevingswereld van de studenten te staan, want die houden van plaatjes en korte zinnen en éénlettergrepige woorden. Een collega sprak in dit verband van het Jip-en-Janneke-niveau van onze studenten, maar dat vind ik een beetje flauw, om studenten van het hebben van een niveau te betichten.

Zelf zie ik intussen mooie mogelijkheden om een stripboek over het oude strafrecht te maken, een strip met niveau, dus liefst met Jip en Janneke in de hoofdrol. En dan legt Jip bijvoorbeeld aan Janneke uit hoe brandmerken in zijn werk gaat en wat daarvan de voordelen zijn, waarna Janneke hem duidelijk maakt wat de uitdrukking ‘ik voel me geradbraakt’ nu precies inhoudt. Dit alles in full colour natuurlijk, of anders in rood-wit. Misschien kan ik het tentamen dan in de vorm van een tekenwedstrijd laten plaatsvinden. Een kleurplaat kan ook. Veel slechter zullen de resultaten er niet op worden.

maandag 15 juni 2009

Blondie

Zojuist de eerste evaluaties van mijn vak Europese Rechtsgeschiedenis B gezien. Die vielen niet tegen. Alleen vonden sommige studenten de vragen van het tentamen te gedetailleerd. Een volkomen onterechte opmerking uiteraard. Eén van hen maakte in dit verband een vergelijking met een tentamen over de Tweede Wereldoorlog waarin gevraagd wordt naar de naam van de hond van Hitler. Een belachelijke vergelijking! Dat weet toch iedereen, hoe die hond heette! Die hond heette Blondie, het was – hoe kan het ook anders – een Duitse herder, of eigenlijk een herderin want het was een teefje. Zij heeft geleefd van 1934 tot en met 1945, in welk jaar zij zelfmoord pleegde. Trouwens, eind 2007 was er een andere Duitse herder en die heette Adolf. Vreemde naam voor een hond. Adolf hier! Adolf af! Adolf poot! Nou was er iets met die poot van Adolf. Als je namelijk Heil Hitler riep, dan tilde die herdershond zijn rechterpoot omhoog. Die hond is daarvoor nog in een kennel terecht gekomen. Benieuwd hoe het hem daar is vergaan. Zal wel zijn afgemaakt. Hij was trouwens ook niet raszuiver.

donderdag 11 juni 2009

Nationale Buitenspeeldag (denk ik)

Gisteren was het de Nationale Buitenspeeldag. Of de Landelijke Buitenspeeldag. Of de Nationale Landelijke Buitenspeeldag. Of was het Buitendag, of Buitenlandersdag? De Nationale Buitenlandersdag dan? Nee, het was iets met kinderen... Buitenlandse kinderen misschien? Nee, volgens mij had het betrekking op alle kinderen. Dat die naar buiten moesten, lekker een dagje buitenspelen, in plaats van de hele tijd voor de computer of de tv te hangen. Dat schijnt gezond te zijn, dat buitenspelen, in die buitenlucht, in zo’n buitenwijk. Zolang er geen rare mijnheren in vlekkerige regenjassen rondlopen natuurlijk. Maar goed, die liepen er niet. Hoe heette die dag nou? Nationale Straatkinderendag? Landerige Buitendag? Lanterfantente Buitenlandersdag? Ach, laat ook maar. Het was de hele dag kloteweer.